Een van de opmerkelijke dingen aan Het Communistisch Manifest is de eerlijkheid ervan.
Karl Marx was misschien niet zo’n beste kerel, maar hij was verfrissend openhartig over de doelstellingen van het communisme. Deze openhartigheid, zo zou men kunnen stellen, zit in de communistische psyche gebakken.
“De communisten houden er niet van hun opvattingen en doelstellingen te verbergen,” verklaarde Marx in zijn beroemde manifest. “Zij verklaren openlijk dat hun doelen alleen kunnen worden bereikt door de gewelddadige omverwerping van alle bestaande sociale toestanden. Laat de heersende klassen sidderen voor een communistische revolutie.”
Net als Hitlers Mein Kampf, krijgen de lezers een zuivere, onversneden visie van de ideologie van de auteur (hoe duister die ook moge zijn).
Marx’ manifest is beroemd omdat het zijn theorie van het communisme samenvat met één enkele zin: “Afschaffing van privébezit.” Maar dit was niet het enige waarvan de filosoof geloofde dat het uit de burgerlijke maatschappij moest worden geschrapt in de mars van het proletariaat naar de utopie. In zijn manifest benadrukte Marx nog vijf andere ideeën en instellingen die moesten worden uitgeroeid.
1. Het gezin
Marx geeft toe dat de vernietiging van het gezin een netelig onderwerp is, zelfs voor revolutionairen. “Afschaffing van het gezin! Zelfs de meest radicale laaien op bij dit beruchte voorstel van de communisten,” schrijft hij.
Maar hij zegt dat tegenstanders van dit idee een belangrijk feit over het gezin niet begrijpen.
“Op welke basis is het huidige gezin, het bourgeois gezin, gebaseerd? Op kapitaal, op eigen gewin. In zijn volledig ontwikkelde vorm bestaat dit gezin alleen onder de bourgeoisie,” schrijft hij.
Het beste van alles is dat het afschaffen van het gezin betrekkelijk eenvoudig zou zijn zodra het burgerlijk eigendom zou zijn afgeschaft. “Het burgerlijk gezin zal als vanzelfsprekend verdwijnen wanneer zijn complement verdwijnt, en beide zullen verdwijnen met het verdwijnen van het kapitaal.”
2. Individualiteit
Marx geloofde dat individualiteit tegenstrijdig was met het egalitarisme dat hij voor ogen had. Daarom moet het “individu” “uit de weg worden geruimd en onmogelijk worden gemaakt.”
Individualiteit was een sociale constructie van een kapitalistische maatschappij en was diep verweven met het kapitaal zelf.
“In de burgerlijke maatschappij is het kapitaal onafhankelijk en heeft het individualiteit, terwijl de levende mens afhankelijk is en geen individualiteit heeft,” schreef hij. “En de afschaffing van deze toestand wordt door de bourgeois, afschaffing van individualiteit en vrijheid genoemd! En terecht. De afschaffing van de burgerlijke individualiteit, de burgerlijke onafhankelijkheid en de burgerlijke vrijheid wordt ongetwijfeld beoogd.”
3. Eeuwige waarheden
Marx scheen niet te geloven dat er enige waarheid bestond buiten de klassenstrijd.
“De heersende ideeën van elk tijdperk zijn altijd de ideeën van haar heersende klasse geweest,” betoogde hij. “Toen de oude wereld in zijn laatste stuiptrekkingen was, werden de oude religies overwonnen door het Christendom. Toen de christelijke ideeën in de 18e eeuw bezweken onder de rationalistische ideeën, vocht de feodale maatschappij haar doodsstrijd met de toenmalige revolutionaire bourgeoisie.”
Hij onderkende hoe radicaal dit idee zou klinken voor zijn lezers, vooral omdat het communisme er niet naar streeft de waarheid te veranderen, maar haar omver te werpen. Maar hij betoogde dat deze mensen het grotere plaatje over het hoofd zagen.
“Ongetwijfeld,” zal men zeggen, “zijn religieuze, morele, filosofische en juridische ideeën in de loop van de historische ontwikkeling gewijzigd. Maar religie, moraal, filosofie, politieke wetenschappen en recht, hebben deze verandering voortdurend overleefd.
Er zijn bovendien eeuwige waarheden, zoals Vrijheid, Rechtvaardigheid, etc., die alle staten van de maatschappij gemeen hebben. Maar het communisme schaft de eeuwige waarheden af, het schaft alle godsdienst en alle moraal af, in plaats van ze op een nieuwe basis te constitueren; daarom handelt het in strijd met alle historische ervaring uit het verleden.’
Waartoe herleidt deze beschuldiging zich? De geschiedenis van alle voorbije samenlevingen heeft bestaan in de ontwikkeling van klassen-tegenstellingen, tegenstellingen die in verschillende tijdperken verschillende vormen aannamen.’
4. Naties
Communisten, zei Marx, wordt verweten dat zij landen willen afschaffen. Deze mensen begrijpen de aard van het proletariaat niet, schreef hij.
“De werkende mensen hebben geen land. Wij kunnen hun niet afnemen wat zij niet hebben. Aangezien het proletariaat allereerst de politieke suprematie moet verwerven, moet opklimmen tot de leidende klasse van de natie, zichzelf tot natie moet vormen, is het tot dusverre zelf nationaal, zij het niet in de burgerlijke zin van het woord.”
Daarnaast zag hij, grotendeels als gevolg van het kapitalisme, vijandelijkheden tussen mensen van verschillende achtergronden afnemen. Naarmate het proletariaat aan macht won, zouden naties weldra overbodig worden, schreef hij.
“Nationale verschillen en tegenstellingen tussen volkeren verdwijnen dagelijks meer en meer, als gevolg van de ontwikkeling van de bourgeoisie, van de vrijheid van handel, van de wereldmarkt, van de eenvormigheid van de productiewijze en van de daarmee overeenstemmende levensomstandigheden.”
5. Het verleden
Marx zag traditie als een werktuig van de bourgeoisie. Het vasthouden aan het verleden diende slechts als afleiding in het streven van het proletariaat naar emancipatie en suprematie.
“In de burgerlijke maatschappij,” schreef Marx, “overheerst het verleden het heden; in de communistische maatschappij overheerst het heden het verleden.”
Gedrukt uit Intellectual Takeout