De Abbey pijnschaal is voor het meten van pijn bij mensen die niet kunnen verbaliseren.
Hoe de schaal te gebruiken
Tijdens het observeren van de patiënten, scoor de vragen 1 tot 6.
Q1. Vocalisatie
eg: jammeren, kreunen, huilen.
Afwezig 0 Mild 1 Matig 2 Ernstig 3 ☐
Q2. Gezichtsuitdrukking
eg: gespannen kijken, fronsen, grimassen, angstig kijken.
Afwezig 0 Mild 1 Matig 2 Ernstig 3 ☐
Q3. Verandering in lichaamstaal
eg: friemelen, schommelen, deel van lichaam bewaken, teruggetrokken.
Afwezig 0 Mild 1 Matig 2 Ernstig 3 ☐
Q4. Gedragsverandering.
eg: toegenomen verwardheid, weigeren te eten, verandering in gebruikelijke patronen.
Afwezig 0 Mild 1 Matig 2 Ernstig 3 ☐
Q5. Fysiologische verandering
eg: temperatuur, pols of bloeddruk buiten normale grenzen.
Afwezig 0 Mild 1 Matig 2 Ernstig 3 ☐
Q6. Lichamelijke veranderingen
eg: huidscheuren, drukplekken, artritis, contracturen, eerdere verwondingen.
Afwezig 0 Mild 1 Matig 2 Ernstig 3 ☐
Scores
Tel de scores voor 1 – 6 bij elkaar op en noteer hier:
Totale pijnscore ☐
Kruis nu het vakje aan dat overeenkomt met de totale pijnscore:
geen pijn |
mild |
gematigd |
ernstig |
---|
Finitief, vinkt u het vakje aan dat overeenkomt met het type pijn: