Breuk met Spanje
Met de vestiging van het Spaanse protectoraat in november 1912, verbeterden Abd el-Krim’s fortuinen aanzienlijk. Op grond van zijn werk in het bureau voor inheemse zaken werd hij in juli 1913 benoemd tot qāḍī, en in oktober daaropvolgend werd hij benoemd tot qāḍī al-quḍāt (islamitische opperrechter) van Melilla. Deze positie bracht niet alleen een grote verantwoordelijkheid en prestige met zich mee, maar ook de noodzaak om zich strikt aan het Spaanse beleid te houden. Met de komst van de Eerste Wereldoorlog en de neutraliteit van Spanje in het conflict, bleek die naleving problematisch. Terwijl hij nog een betaald Spaans agent was, steunde Abd el-Krim’s vader heimelijk Duitse en Arabische agenten in het Rif. De Spaanse autoriteiten waren zich terdege bewust van deze activiteiten, omdat ze een inbreuk vormden op de Spaanse neutraliteit, en maakten zich zorgen over de reactie van de Fransen, die deze transacties nauwlettend in de gaten hielden.
In het licht daarvan werd Abd el-Krim in augustus 1915 ondervraagd over de daden van zijn vader en zijn eigen opvattingen over de Duitse zaak. Op basis van dat verhoor werd door de Spaanse militaire autoriteiten een rapport opgesteld waarin Abd el-Krim werd beschuldigd van pro-Centrale Mogendheden-gevoelens, vijandigheid jegens de Fransen en steun voor een autonoom centraal Rif dat niet onder rechtstreeks Spaans bestuur stond. Dat rapport leidde tot twee uitkomsten: Abd el-Krim’s opsluiting van september 1915 tot augustus 1916 in een gevangenis van Melilla, wegens pro-Duitse en anti-Spaanse sentimenten, en de opschorting van de pensioenuitkeringen van zijn vader.
Abd el-Krim’s opsluiting liet een bittere erfenis na. Hoewel hij in mei 1917 zijn functie als rechter weer opnam, was het duidelijk dat de Spanjaarden zijn vader en hem onder druk zetten om de Duitse zaak niet langer te steunen en hun “pacificatie” van het centrale Rif te ondersteunen. Dat bracht Abd el-Krim’s familie in een onhoudbare positie ten opzichte van hun eigen volk. In december 1918 gaf Abd el-Krim zijn functie als rechter op, riep zijn broer Mohammed terug van zijn studie in Madrid en voegde zich bij zijn vader in Ajdir. Tegen 1920 had de familie de banden met de Spaanse autoriteiten definitief verbroken en organiseerde actief verzet tegen de Spaanse invasies in het centrale Rif.