Verhoogde intra-abdominale druk (IAP) oefent niet alleen effecten uit op intra-abdominale organen, maar ook op organen die zich ver van het abdominale compartiment bevinden. Abdomino-thoracale interactie tijdens intra-abdominale hypertensie (IAH) of abdominaal compartimentsyndroom (ACS) interfereert met pulmonale, cardiovasculaire en cerebrale functie. Volgens recente richtlijnen wordt IAH gedefinieerd als IAP meer dan 12 mmHg en ACS als IAP meer dan 20 mmHg met één of meer nieuwe orgaanfalen. In dit overzicht bespreken we eerst de effecten van een verhoogde IAP op de pulmonale dynamiek en de relevantie voor het interpreteren van de luchtwegdruk en het aanpassen van de beademingsinstellingen. Daarna bespreken we de interactie tussen abdominaal-thoracale drukoverdracht en globale hemodynamica, waarvan de kennis noodzakelijk is voor een correcte beoordeling van de cardiale voorspanning en voor het optimaliseren van de vloeistoftherapie in de setting van IAH/ACS. Een discussie over het verband tussen verhoogde IAP, verhoogde intracraniële druk (ICP) en verlaagde cerebrale perfusiedruk (CPP) zal volgen. Tenslotte zullen we door beademing veroorzaakte thoracale drukschommelingen en hun transmissie naar het abdominale compartiment bespreken.