Een methode voor vroege herkenning en identificatie van ABO-erytroblastose wordt gepresenteerd. Hierbij wordt gebruik gemaakt van een krachtig antihumaan globulineserum dat vooraf is getest op zijn vermogen om geadsorbeerde antilichamen van de gamma- en niet-amma-globulinevariëteiten op te sporen. Wanneer een positieve Coombs-test wordt gevonden op een bloedmonster van de navelstreng, worden de cellen van het kind behandeld met de warmte-elutiemethode om de geadsorbeerde antilichamen te verwijderen. De aldus verkregen eluaten worden getest tegen een panel van cellen die bekende antigenen bevatten, en de specifieke antilichamen worden geïdentificeerd. Met deze vroegtijdige informatie wordt de arts gewaarschuwd voor de mogelijke ontwikkeling van een klinische ziekte. In onze serie, die meer dan 316 gevallen van ABO-isoimmunisatie omvat die met deze aanpak zijn opgespoord, werd vastgesteld dat de incidentie van ABO-isoimmunisatie die van Rh-Hr incompatibiliteiten benadert. Het optreden van klinische ziekte in de ABO-groep was echter veel minder frequent.
Van de 3.921 heterospecifieke zwangerschappen met het ABO-systeem, vertoonden 316 zuigelingen positieve directe Coombs-testen. Wanneer warmte-elutieproeven werden gedaan op bloed dat was afgenomen uit de navelstreng van het kind, waren 183 of 57,91 procent specifiek voor het A-antigeen, 28 of 8,86 procent agglutineerde alleen B-erytrocyten, en 105 of 33,22 procent reageerde met zowel A- als B-rode bloedcellen en bleek het anti-C van Wiener te zijn.