Abraham Cahan, (geboren 7 juli 1860, Vilna, Russische Rijk -gestorven 31 aug. 1951, New York, N.Y., U.S.), journalist, hervormer en romanschrijver die meer dan 40 jaar lang redacteur was van het New Yorkse Jiddisje dagblad de Jewish Daily Forward (Jiddisje titel Forverts), dat nieuw aangekomen Joodse immigranten hielp zich aan te passen aan de Amerikaanse cultuur.
Hijzelf een immigrant, Cahan kwam in 1882 in de Verenigde Staten aan. Terwijl hij in een sigarenfabriek werkte, leerde hij in zes jaar genoeg Engels om lezingen te geven en te schrijven. In 1897 hielp hij bij de oprichting van de Jewish Daily Forward, en in 1902 werd hij de redacteur van de krant. Hij zorgde ervoor dat de krant een meer uitgesproken politiek karakter kreeg, en het blad werd beschouwd als een van de belangrijkste instellingen die opkwamen voor de belangen van immigranten rond de eeuwwisseling. Intens politiek en bitter anticommunistisch was Cahan ook actief in het organiseren van vakbonden, vooral in de kledingindustrie.
Cahans fictie is grotendeels onopvallend, behalve The Rise of David Levinsky (1917), een van de eerste boeken over de ervaring van de Joodse immigrant. De roman speelt zich af in de Lower East Side van New York City en beschrijft de lotgevallen van een straatarme immigrant die uiteindelijk een rijke fabrikant wordt. Critici zijn het erover eens dat de waarde van het boek eerder historisch dan literair is; de kracht ervan ligt vooral in de levendige weergave van het leven in een deel van New York City. Cahan was invloedrijker als mentor dan als auteur, hij moedigde jonge schrijvers aan zoals Sholem Asch. Als redacteur van de Jewish Daily Forward bood hij hen ook een Jiddischtalig forum.