Het concept van abreactie is misschien oorspronkelijk geformuleerd door Freuds mentor, Josef Breuer; maar het was in hun gezamenlijke werk van 1895, Studies over Hysterie, dat het voor het eerst openbaar werd gemaakt om het feit aan te duiden dat opgekropte emoties die met een trauma in verband worden gebracht, kunnen worden ontladen door erover te praten. Het loslaten van verstikt affect door een bepaald moment of probleem in het bewustzijn te brengen, en daardoor de verstikte emotie die eraan vastzit af te reageren, vormde de hoeksteen van Freuds vroege cathartische methode om hysterische conversiesymptomen te behandelen. Zij geloofden bijvoorbeeld dat opgekropte emoties die met een trauma gepaard gaan, kunnen worden ontladen door erover te praten. Freud en Breur behandelden het spontaan emotioneel herbeleven van traumatische gebeurtenissen echter niet als genezend. In plaats daarvan beschreven zij abreactie als de volledige emotionele en motorische reactie op een traumatische gebeurtenis die nodig is om een persoon op adequate wijze te verlossen van het herhaaldelijk en onvoorspelbaar overvallen worden door de oorspronkelijke en onbegrensde emotionele intensiteit van het trauma. Hoewel het verrassingselement niet verenigbaar is met Freud’s benadering van de therapie, zijn andere theoretici van mening dat het in abreactie een belangrijk onderdeel is van de analytische techniek.
Erg in zijn carrière toonde psychoanalyticus Carl Jung belangstelling voor abreactie, of wat hij traumatheorie noemde, maar besloot later dat het beperkingen had in de behandeling van neurose. Jung zei:
Hoewel traumata van duidelijk etiologische betekenis af en toe aanwezig waren, bleek de meerderheid ervan zeer onwaarschijnlijk. Veel traumata waren zo onbelangrijk, zelfs zo normaal, dat ze hoogstens als een voorwendsel voor de neurose konden worden beschouwd. Maar wat vooral mijn kritiek wekte, was het feit dat niet weinig traumata gewoon verzinsels van de fantasie waren en helemaal nooit hadden plaatsgevonden.