Vitamine E omvat acht natuurlijk voorkomende vetoplosbare nutriënten, tocoferolen genaamd, en inname van vitamine E via de voeding is bij veel diersoorten essentieel. Alfatocoferol heeft de hoogste biologische activiteit en de hoogste molaire concentratie van vetoplosbare antioxidant in de mens. Een tekort aan vitamine E kan neurologische stoornissen, myopathieën en een verminderde levensduur van erytrocyten veroorzaken. Alfatocoferol wordt via de lymfatische weg geabsorbeerd en samen met chylomicronen getransporteerd. In plasma wordt alfatocoferol aangetroffen in alle lipoproteïnefracties, maar bij de mens het meest geassocieerd met apo B-bevattende lipoproteïnen. Bij ratten is ongeveer 50% van alfa-tocoferol gebonden aan hogedichtheid-lipoproteïnen (HDL). Na intestinale absorptie en transport met chylomicronen wordt alfatocoferol meestal overgebracht naar de parenchymcellen van de lever, waar het grootste deel van de vetoplosbare vitamine wordt opgeslagen. Weinig vitamine E wordt opgeslagen in de niet-parenchymcellen (endotheelcellen, stellaatcellen en Kupffercellen). Alfa-tocoferol wordt samen met lipoproteïne met zeer lage dichtheid (VLDL) uit de lever afgescheiden. Bij de rat wordt ongeveer 90% van de totale lichaamsmassa aan alfatocoferol teruggewonnen in de lever, de skeletspieren en het vetweefsel. De meeste alfa-tocoferol bevindt zich in de mitochondriale fracties en in het endoplasmatisch reticulum, terwijl weinig wordt aangetroffen in cytosol en peroxisomen. Klinische gegevens van zware drinkers en experimenteel onderzoek bij ratten suggereren dat alcohol de oxidatie van alfa-tocoferol kan verhogen, waardoor de weefselconcentraties van alfa-tocoferol dalen. Een verhoogde vraag naar vitamine E is ook waargenomen bij premature baby’s en patiënten met malabsorptie, maar er is weinig bewijs dat de evenwichtige voeding van de gezonde bevolking zou worden verbeterd door suppletie met vitamine E.