Acarapis woodi is een inwendige parasiet die honingbijen aantast. De symptomen van de aantasting werden voor het eerst waargenomen op het Isle of Wight in 1904, maar werden pas in 1921 beschreven. De mijten van Acarapis woodi leven en planten zich voort in de luchtpijp van de bijen. De symptomen van een Acarapis woodi-aantasting werden door imkers oorspronkelijk de Isle of Wight-ziekte genoemd, maar tegenwoordig wordt de ziekte Acarine genoemd, naar de subklasse waartoe de mijten behoren. Alle mijten zijn spinachtigen, zoals spinnen. De vrouwelijke mijt legt 5-7 eitjes op de wanden van de luchtpijp, waar de larven uitkomen en zich in 11-15 dagen ontwikkelen tot volwassen mijten. De mijten parasiteren jonge bijen van maximaal twee weken oud via de openingen in de tracheale buis. Daar doorboren zij met hun monddelen de wanden van de tracheale buis en voeden zich met de hemolymfe van de bijen. Meer dan honderd mijten kunnen de tracheeën bevolken en de bijen verzwakken. De mijten zijn meestal minder dan 175 micrometer lang, en kunnen alleen onder een microscoop worden gezien en geïdentificeerd.
Acarapis woodi | |
---|---|
Wetenschappelijke classificatie | |
Kingdom: | Animalia |
Phylum: | Arthropoda |
Subphylum: | Chelicerata |
Class: | Arachnida |
Subklasse: | Acari |
Orde: | Trombidiformes |
Familie: | Tarsonemidae |
Genus: | Acarapis |
Soorten: |
A. woodi
|
Binomiale naam | |
Acarapis woodi
(Rennie, 1921)
|
Andere mijten die er ongeveer hetzelfde uitzien zijn Acarapis externus en Acarapis dorsalis.