Het renine-angiotensine-aldosteronsysteem speelt een belangrijke rol bij de ontwikkeling van congestief hartfalen (CHF). Bij patiënten met chronisch hartfalen is aangetoond dat ACE-remmers (angiotensine-converterend enzym), zoals captopril, enalapril en quinapril, de hemodynamiek verbeteren, de symptomen van vermoeidheid en dyspneu verminderen, de inspanningscapaciteit vergroten, hyponatriëmie corrigeren, de behoefte aan diuretica en ventriculaire aritmieën verminderen, en kalium en magnesium sparen. ACE-remmers verlagen de circulerende niveaus van angiotensine II en aldosteron en kunnen de niveaus van plasma noradrenaline en vasopressine verlagen. Ze zijn even effectief bij patiënten met licht tot matig hartfalen als bij patiënten met ernstige hartinsufficiëntie. ACE-remmers zijn ten minste even effectief als digitalis bij patiënten met licht hartfalen, en ze kunnen zelfs als eerstelijnsbehandeling worden overwogen. Veelbelovende resultaten zijn ook verkregen bij patiënten met myocardinfarct, bij wie langdurige therapie met ACE-remmers een toename van de hartomvang heeft voorkomen. ACE-remmers verbeteren de prognose bij patiënten met ernstig hartfalen en bij patiënten met hyponatriëmie; de vraag naar het effect op de overleving bij licht tot matig hartfalen moet nog worden beantwoord.