Tijdens de bacteriële fermentatie van alcohol tot azijnzuur moeten zeer actieve moleculen, die in staat zijn het oxidatie-reductiepotentieel te reguleren, door de bacteriën worden ontwikkeld, maar tot nu toe is op dit gebied nog geen uitgebreid onderzoek gedaan. Onlangs is uit azijn een stof geïsoleerd die interessante biologische activiteiten ontplooit en een aantal welomschreven chemische kenmerken heeft1,2. Deze stof, die werd verkregen door soortgelijke extractie- en zuiveringsprocédés als voor de isolatie van cytochromen, bleek een duidelijk oxiderend vermogen te hebben en oefende met name een intens faciliterende activiteit uit op bepaalde katalasesystemen. Zij remde ook duidelijk de groei van in vitro gekweekte menselijke tumorcellen. Wanneer de stof in zeer lage concentratie aan het medium wordt toegevoegd bij in vitro ademhalingsexperimenten (Warburg-techniek) met tumorcellen van Ehrlich’s ascites, treedt een toename van de ademhaling op; een zeer belangrijke bevinding is daarentegen dat de ademhaling bij hogere concentraties wordt geblokkeerd. Deze storing van de ademhalingsprocessen is veel minder uitgesproken bij niet-tumorcellen. Deze effecten zouden Antoniani’s opvatting3 ondersteunen dat tumorcellen uiterst gevoelig zijn voor stoffen die hun ademhalingssysteem kunnen verstoren en die, vanwege de discontinue routes, bijzonder labiel zijn.