§ 5328. Factors to consider when awarding custody.
(a) Factors.–In order any form of custody, the court shall determine the best interest of the child by considering all relevant factors, giving weighted consideration to those factors which affect the safety of the child, including the following:
(1) Welke partij is meer geneigd om frequent en voortdurend contact tussen het kind en een andere partij aan te moedigen en toe te staan.
(2) Het huidige en vroegere misbruik gepleegd door een partij of een lid van het huishouden van de partij, of er een blijvend risico is van schade aan het kind of een misbruikte partij en welke partij beter kan voorzien in adequate fysieke waarborgen en toezicht op het kind.
(2.1) De informatie vermeld in sectie 5329.1(a) (met betrekking tot overweging van kindermishandeling en betrokkenheid bij beschermende diensten).
(3) De ouderlijke plichten die door elke partij namens het kind worden vervuld.
(4) De behoefte aan stabiliteit en continuïteit in de opvoeding van het kind, het gezinsleven en het gemeenschapsleven.
(5) De beschikbaarheid van uitgebreide familie.
(6) De broeder- of zusterrelaties van het kind.
(7) De goed gemotiveerde voorkeur van het kind, gebaseerd op de rijpheid en het beoordelingsvermogen van het kind.
(8) De pogingen van een ouder om het kind tegen de andere ouder op te zetten, behalve in gevallen van huiselijk geweld waar redelijke veiligheidsmaatregelen noodzakelijk zijn om het kind tegen schade te beschermen.
(9) Welke partij de meeste kans heeft om een liefdevolle, stabiele, consistente en verzorgende relatie met het kind te onderhouden die toereikend is voor de emotionele behoeften van het kind.
(10) Welke partij zal eerder zorg dragen voor de dagelijkse fysieke, emotionele, ontwikkelings-, opvoedkundige en speciale behoeften van het kind.
(11) De nabijheid van de woonplaatsen van de partijen.
(12) De beschikbaarheid van elke partij om voor het kind te zorgen of het vermogen om passende regelingen voor kinderopvang te treffen.
(13) Het niveau van conflicten tussen de partijen en de bereidheid en het vermogen van de partijen om met elkaar samen te werken. De inspanning van een partij om een kind te beschermen tegen misbruik door een andere partij is geen bewijs van onwil of onvermogen om met die partij samen te werken.
(14) De voorgeschiedenis van drugs- of alcoholmisbruik van een partij of een lid van het huishouden van een partij.
(15) De geestelijke en lichamelijke toestand van een partij of een lid van het huishouden van een partij.
(16) Elke andere relevante factor.
(b) Geslachtsneutraal.–Bij het maken van een beslissing ingevolge subparagraaf (a), zal geen enkele partij een voorkeur krijgen op grond van geslacht in een toewijzing die ingevolge dit hoofdstuk wordt toegekend.
(c) Grootouders en overgrootouders.–
(1) Bij de toewijzing van gedeeltelijke voogdij of voogdij onder toezicht aan een partij die krachtens artikel 5325, lid 1 of lid 2 (inzake de toewijzing van gedeeltelijke voogdij en voogdij onder toezicht), procesbevoegdheid heeft, overweegt de rechter het volgende:
(i) de hoeveelheid persoonlijk contact tussen het kind en de partij voorafgaand aan het indienen van de vordering;
(ii) of de toewijzing interfereert met enige ouder-kind relatie; en
(iii) of de toewijzing in het beste belang van het kind is.
(2) Bij de toewijzing van gedeeltelijke voogdij of toezicht op de voogdij aan een ouder of grootouder die krachtens artikel 5325, lid 3, bevoegd is, overweegt de rechter of de toewijzing:
(i) de ouder-kindrelatie verstoort; en
(ii) in het belang van het kind is.