Doelstelling: Het doel van deze studie was om de veiligheid en werkzaamheid van aripiprazol als monotherapie en adjunct-therapie voor de behandeling van posttraumatische stressstoornis (PTSS) te herzien.
Methoden: Een zoekactie van zowel MEDLINE (1956 tot mei 2017) als EMBASE (1957 tot mei 2017) werd uitgevoerd met behulp van de termen “aripiprazol” en “posttraumatische stressstoornis,” “posttraumatische stressstoornis,” of “PTSS.” Studies die het primaire eindpunt van PTSS evalueerden bij patiënten die aripiprazol als monotherapie of als aanvullende therapie gebruikten, werden geanalyseerd op relevantie. De studies die voldeden aan de doelstelling van deze studie werden meegenomen voor evaluatie: 1 placebo-gecontroleerd onderzoek; 4 open-label onderzoeken; en 1 retrospectief overzicht.
Resultaten: Bij patiënten met een geschiedenis van PTSS resulteerde aripiprazol in significante verbeteringen in het primaire resultaat, waaronder Clinician-Administered PTSD Symptom Scale of PTSD Checklist-Military scores, in alle geanalyseerde studies behalve 1. De duur van de studies varieerde van 10 tot 16 weken. De initiële doseringen van aripiprazol varieerden van 2 tot 15 mg per dag, die naar boven of beneden getitreerd konden worden in een range van 2 tot 30 mg per dag, gebaseerd op werkzaamheid en verdraagbaarheid. Over het algemeen werd aripiprazol goed verdragen met de meest voorkomende behandelingsgerelateerde stopzettingen van de studie toegeschreven aan de bijwerkingen van angst, slapeloosheid, akathisia, asthenie, rusteloosheid, en slaperigheid.
Conclusies: Gebaseerd op de besproken literatuur, is aripiprazol een redelijke therapie-optie als monotherapie of aanvullende therapie bij patiënten met PTSS. Grotere gerandomiseerde gecontroleerde trials zijn nodig om de rol van dit atypische antipsychoticum bij patiënten met PTSS beter te begrijpen.