ASTM A350 LF1, LF2 EN LF3 CARBON/ALLOY STEELS
Deze staalsoorten worden gebruikt als pijpleidingstaal en ook bij de productie van gesmede flenzen. Zij zijn geschikt voor gebruik bij -20ºF (LF1,) -50ºF (LF2) en -150ºF (LF3.)
Chemische analyse
LF1:
C% | Mn% | Si% | P% | Cr% | Ni% | |
0.30 max | 0.6/1.35 | .15/.30 | .040 max | .035 max | 0.30 max | 0.40 max |
LF2:
C% | Mn% | Si% | P% | Cr% | Ni% | |
0.30 max | 0.6/1.35 | .15/.30 | .040 max | .035 max | 0.30 max | 0.40 max |
LF3:
C% | Mn% | Si% | P% | Cr% | Ni% | |
0.20 max | 0.90 | .20/.35 | .040 max | .035 max | 0.30 max | 3.3/3.7 |
Toepassingen
Deze staalsoorten worden hoofdzakelijk gebruikt voor pijpleidingen en voor gesmede flenzen.
Smeden
LF1- en LF2-kwaliteiten worden idealiter gesmeed bij ongeveer 2250-2300 ºF (1230-1260 ºC) en niet gesmeed onder 1650-1700 ºF (900-925 ºF).)
Lassen/warmtebehandeling
Warmtebehandeling van pijpleidingstaal zal zonder twijfel continu en na het lassen worden uitgevoerd. De structuur van deze staalsoorten zal aanvankelijk worden bepaald door het wals/smeedproces. De pijpleiding zelf zal worden vervaardigd uit warmgewalst staal, de flenzen enz. uit smeedstukken. Het eigenlijke lasproces zal van primordiaal belang zijn voor de geschiktheid en de veiligheid van de pijpleiding en de latere prestaties ervan. Voor- en naverwarmingsbehandelingen zijn van essentieel belang.
De drie hier vermelde staalsoorten zijn gemakkelijk lasbaar volgens alle beproefde methoden.
Bewerkbaarheid
In het geval van gesmede fittingen en flenzen kunnen deze soorten naar behoefte worden bewerkt; de ervaring zal uitwijzen of de bewerking het best kan worden uitgevoerd op een gesmede structuur, een genormaliseerde structuur of een gegloeide structuur. In beide gevallen moet, gezien de kritische aard van het eindgebruik, advies worden ingewonnen bij een erkend warmtebehandelingsbedrijf.