Een bezittelijk krediet in de filmwereld is het gebruik van een filmkrediet dat de primaire artistieke erkenning aan één enkele persoon geeft, meestal (maar niet altijd) de regisseur van de film. Voorbeelden zijn “Een film van Stanley Kubrick” (The Shining), “Een film van Quentin Tarantino” (Pulp Fiction), en “Alfred Hitchcock’s Psycho” (Psycho). Possessory credit wordt soms ook gebruikt in televisieprogramma’s; bijvoorbeeld Tyler Perry’s House of Payne (Tyler Perry’s TBS sitcom House of Payne). Af en toe wordt een ander woord dan “film” gebruikt, zoals “A Spike Lee Joint” of “A Martin Scorsese Picture”. Possessory credit kan ook worden gegeven aan de producent; een voorbeeld hiervan is “Steven Spielberg presents Back to the Future”.
Hoewel het vroegste gebruik van possessory credit dateert uit 1915’s The Birth of a Nation, breidde het gebruik van possessory credits zich vooral uit in de jaren 1970 en 1980. De Writers Guild of America (WGA) heeft herhaaldelijk geprobeerd om bezitscredits te beperken tot schrijvers, maar is altijd met succes tegengewerkt door de Directors Guild of America (DGA), waardoor regisseurs vrij zijn om te proberen dergelijke credits te bedingen als ze dat willen.
Soms gaat de bezitscredits naar de auteur van de roman waarop de film is gebaseerd (zoals Bram Stoker’s Dracula, William Shakespeare’s Romeo + Juliet en sommige Stephen King films). In het geval van The Nightmare Before Christmas van Tim Burton was Burton niet de regisseur van de film, maar in plaats daarvan de schrijver, de producent, en een belangrijke creatieve stem. Dit kan ook een voorbeeld zijn van een credit dat om marketingredenen is gekozen, omdat Burton een bekendere naam was dan de regisseur van de film, Henry Selick.
De DGA moedigt filmmakers aan om terughoudend te zijn met het opnemen van credit totdat zij wijdverspreide naamsbekendheid hebben verworven of tenminste twee gerenommeerde prijzen van verdienste voor hun films hebben ontvangen, waarmee zij hun nalatenschap als filmmakers veilig stellen.