Veel te weinig historici van de wetenschap hebben tot nu toe de grote invloed erkend die de sociale krachten op de ontwikkeling van de wetenschap hebben gehad, en het is kenmerkend voor dit boek dat de heer Crowther poogt het idee te ontkrachten dat wetenschappelijke kennis geheel en al afkomstig is van geesten die geheel los staan van alledaagse zaken en zich uitsluitend bezighouden met het nastreven van de waarheid omwille van de waarheid zelf. In plaats daarvan geeft hij een beeld van het leven van Davy, Faraday, Joule, Kelvin en Clerk Maxwell, waarin we zien hoe hun karakters werden gevormd door hun vroege opvoeding en de manier waarop hun werk werd bepaald door verschillende sociale en industriële invloeden. Door te onthullen in welke mate andere drijfveren dan de wens om bij te dragen aan de vooruitgang van de kennis hun loopbaan beïnvloedden, geeft de heer Crowther ons een zeer stimulerende reeks studies die op hun plaats lijken op een moment dat wetenschappelijke werkers veel serieuzer nadenken over zowel de sociale gevolgen van hun werk als de sociale factoren die de omvang of richting ervan bepalen.