Echoscopie kan in de late zwangerschap als klinisch diagnostisch hulpmiddel worden gebruikt om de toestand van de baby te beoordelen wanneer er complicaties zijn, of om problemen op te sporen die anders misschien niet zichtbaar zouden zijn. Als dergelijke problemen worden vastgesteld, kan dit leiden tot veranderingen in de zorg en een beter resultaat voor de baby. Het uitvoeren van scans bij alle vrouwen is echter controversieel. Het screenen van alle vrouwen kan betekenen dat het aantal ingrepen toeneemt zonder dat de moeders of baby’s daar baat bij hebben. Hoewel het onderzoek populair is, is het mogelijk dat vrouwen het doel van het onderzoek niet volledig begrijpen en ten onrechte gerustgesteld zijn of niet voorbereid zijn op negatieve bevindingen. Uit de bestaande gegevens blijkt dat routine-echoscopie na 24 weken zwangerschap bij vrouwen met een laag risico of zonder selectie geen voordelen oplevert voor de moeder of de baby. Dertien studies met 34 980 vrouwen die willekeurig werden geselecteerd voor screening of een controlegroep (geen of selectieve echoscopie, of echoscopie met verzwegen resultaten) hebben bijgedragen aan het onderzoek. De kwaliteit van de onderzoeken was bevredigend. Er waren geen verschillen tussen de groepen wat betreft het aantal vrouwen dat aanvullende onderzoeken onderging, het aantal prenatale opnames, het aantal vroeggeboorten van minder dan 37 weken, inductie van de bevalling, het aantal instrumentele bevallingen of het aantal keizersneden. Het geboortegewicht van de baby, de conditie bij de geboorte, interventies zoals reanimatie, en opname in speciale zorg waren vergelijkbaar tussen de groepen. De overleving van baby’s, met of zonder aangeboren afwijkingen, was niet verschillend met en zonder routinematige echoscreening in de late zwangerschap. Geen van de onderzoeken rapporteerde over het effect van routinematige echoscopie in de late zwangerschap op vroeggeboorte minder dan 34 weken, de psychologie van de moeder of de mentale ontwikkeling van baby’s als ze twee jaar oud waren.
De protocollen voor echoscopie in elk onderzoek verschilden, evenals de redenen voor echoscopie na 24 weken zwangerschap. De invloed van echografieën in het eerste en tweede trimester is moeilijk te onderscheiden, en de beoordeling van de meeste maatregelen in de late zwangerschap is gebaseerd op zwangerschapsreferentiegegevens, die afhankelijk zijn van nauwkeurige zwangerschapsdatering in de vroege zwangerschap. Er zijn proeven gedaan over een periode die liep van de vroege invoering in de klinische praktijk tot het wijdverbreide gebruik, in welke periode nog werd gediscussieerd over de wijze waarop de grootte en het welzijn van de foetus echografisch moesten worden beoordeeld. Naarmate de echografie-technologie zich verder ontwikkelt en toegankelijker wordt, is het van belang een duidelijk beeld te blijven houden van de relevantie ervan. Echografie, een klinisch onderzoek, kan worden gebruikt om afwijkingen op te sporen zonder dat het effect van deze opsporing op de klinische resultaten volledig wordt geëvalueerd. De blootstelling van de aanstaande moeder aan onzekerheid en mogelijke angst over de gezondheid van haar baby heeft gevolgen die verstrekkend kunnen zijn. Bovendien is er weinig bekend over hoe de baby die in de baarmoeder werd gecompromitteerd zich na de geboorte en in de eerste levensjaren ontwikkelt.