Gebruik: Het Nankin is een krielkippenras dat voornamelijk als tentoonstellingshoender wordt gebruikt, hoewel de hennen ook behoorlijke leghennen zijn die kleine, verrukkelijke, roomwitte eieren leggen. Het ras is zeer broeds en blinkt uit als surrogaat broedkip.
Geschiedenis: De Nankin is een van nature klein kippenras dat oorspronkelijk uit Zuidoost-Azië komt, maar al vóór 1500 in Engeland werd ingevoerd. Het is genoemd naar de oude inlandse zeehaven Nanking (nu Nanjing), gelegen aan de Yangtze-rivier in oost-centraal China. In de 18e eeuw was het ras wijdverbreid in Europa, vooral in Engeland, waar Nankin hennen werden gebruikt voor het broeden van fazant-, kwartel- en patrijseieren. In het midden van de 18e eeuw begon het ras echter in verval te raken.
Conformatie: Nankin hanen wegen slechts 24 ons en hennen wegen 20 ons. Het kippenras is erkend door de American Bantam Association en komt voor in de tinten kastanjebruin met zwarte staarten en zwart in de vleugels. Er zijn twee Nankin-variëteiten die zich van elkaar onderscheiden door het type kam: de ene heeft een grote, vijfpuntige kam en de andere een middelgrote rozenkam die eindigt in een enkele stekel. De kam van elk Nankin-ras, vooral die van het ras met de grote kam, is gevoelig voor bevriezing, waardoor het kippenras ongeschikt is voor verre klimaten in het Noorden.
Speciale overwegingen/opmerkingen: Nankins zijn kalme, uiterst vriendelijke kippen; sommigen zeggen dat ze de beste van alle dieren op het erf zijn. Ze worden snel volwassen en zijn gemakkelijk groot te brengen. Ze gedijen goed opgesloten en hebben de neiging niet te gaan zwerven als ze vrij mogen rondscharrelen. De kleine Nankin staat op de Conservation Priority List van de American Livestock Breeds Conservancy als Critical.