Principe 1: Gelijkwaardig gebruik
Zorg ervoor dat de bruikbaarheid van het ontwerp gelijk is voor alle gebruikers, inclusief mensen met een mentale of fysieke handicap, ouderen en kinderen door middel van een identiek of gelijksoortig proces.
Dit geldt ook voor de esthetische en veiligheidsfuncties – iedereen moet in staat zijn om in gelijke mate te genieten of gebruik te maken van het eindresultaat.
Voorbeeld: Voor gelijksoortig gebruik betekent het gelijkvloers maken van ingangen dat rolstoelgebruikers nog steeds toegang hebben tot het gebouw. Een voorbeeld van gelijksoortig gebruik is de installatie van een platformlift bij een trap, zodat mensen van alle niveaus alle verdiepingen kunnen bereiken.
Principe 2: Flexibiliteit in gebruik
Het ontwerp moet flexibiliteit bieden voor verschillend gebruik – of dit nu een voorkeur is of een vereiste op basis van vaardigheid of mobiliteit.
Snelheid is gebruikelijk; het mogelijk maken om te vertragen of te versnellen op basis van de vaardigheid of mobiliteit van de gebruiker. Een ander veelvoorkomend voorbeeld is het ontwerp voor zowel links- als rechtshandigen.
Bijv. een neerklapbaar douchezitje stelt minder mobiele gebruikers in staat om te zitten, evenals ouderen, maar door het wegklappen kan de douche nog steeds worden gebruikt door ambulante gebruikers of mensen die dat liever niet doen.
Principe 3: Eenvoudig en intuïtief gebruik
Gelijk aan vaardigheid, leeftijd, taal, mobiliteit (enzovoort) moet de gebruiker in staat zijn om het ontwerp te begrijpen en gemakkelijk te gebruiken. Hoe gemakkelijker het te gebruiken is, hoe meer mensen het zullen kunnen gebruiken.
Het verminderen van complexe informatie is essentieel, het ondubbelzinnig maken ervan. Houd rekening met uiteenlopende taal- en leesvaardigheden en zorg voor aanwijzingen, instructies of feedback als dat nodig is.
Bijv: Ikea heeft al zijn winkels zo ontworpen dat ze een eenvoudige route hebben die de klanten door de winkel leidt. Deze is duidelijk aangegeven met eenvoudige pijlen op de vloer, voor iedereen gemakkelijk te begrijpen.
Principe 4: Waarneembare informatie
Het ontwerp moet elke gebruiker alle vereiste informatie verschaffen. Dit moet gelden voor alle situaties, ook voor blinden of een lawaaierige omgeving. Gebruik van foto’s, verbale en tactiele informatie zorgen voor duidelijke informatie – maar als tekst wordt gebruikt, denk er dan aan deze duidelijk leesbaar te houden met behulp van een eenvoudig lettertype.
De belangrijkste informatie moet het meest prominent aanwezig zijn, met behulp van een concept van ‘visuele hiërarchie’.
Bijvoorbeeld: Alle Gartec-liften kunnen knoppen hebben met het verdiepingsnummer duidelijk geschreven, tactiele brailleknoppen en spraakannunciatie bij verdiepingen, waardoor het duidelijk en eenvoudig is voor alle gebruikers.