In de westerse traditie van ideeën is filosofie het stelsel van gedachten en vragen die betrekking hebben op hoe wij onszelf zien en die onze existentiële kijk op het leven vormgeven. Tegelijkertijd vindt de filosofie haar oorsprong in de oudheid, met als spil de Griekse mythologie, die aan de wieg stond van de westerse beschaving en daarmee de basis legde voor de vorming van onze moderne samenleving. Wij denken dat de plaats ervan in de manier waarop ondernemingen worden gevormd, even relevant is. Hier is waarom.
De term Griekse mythologie is een verzamelnaam voor de legenden en heldenverhalen die bij de oude Grieken een besef van goed en kwaad hebben doen ontstaan, en waarbij wijsheid kon worden gevonden in de gevolgen van de daden van de mythologische personages en hun daaropvolgende lotgevallen. De kracht van de mythologie lag ook in het gemak waarmee mensen zich konden identificeren met de personages in de verhalen, omdat dit altijd individuen waren met hun eigen fouten en tekortkomingen.
Daarom identificeerden de mythologische verhalen de gevolgen van onze daden op een manier die het belang van wijsheid benadrukte. De mythologie gaf een waarschuwend geluid over het nemen van verkeerde beslissingen door het lot van de mythologische personages als voorbeeld te gebruiken. Met hun hulp konden lessen worden geleerd en konden wij zelf een soortgelijk lot vermijden. Ze boden een boodschap van wijsheid die we met ons mee konden dragen voordat we onze eigen overwegingen en waarden in het leven onder ogen moesten zien.
Het verhaal van één mythe in het bijzonder springt eruit tussen alle andere als het gaat om onze meest kritieke moderne kwestie, de klimaatcrisis.
Daaruit volgt dat iedereen die gelooft dat mythologische verhalen tot het verleden behoren, de verkeerde conclusie trekt. De mythen hebben tot op de dag van vandaag standgehouden omdat hun verhalen nog steeds geldig zijn in hedendaagse contexten en overeenkomen met situaties die zich in onze eigen tijd voordoen. Bovenal ligt de kracht van de mythen in hun symboliek, die niet alleen de oorsprong van het moderne verhalen vertellen heeft helpen vormen, maar ook van invloed is geweest op de meest toonzettende verhalen van onze moderne populaire cultuur. De Star Wars films bijvoorbeeld, die zoveel van hun inspiratie aan de mythologie te danken hebben, hadden niet kunnen bestaan zonder de oude mythen, en het aantal films dat zich op elementen uit de mythologie heeft gebaseerd is groot.
De betekenis van mythologie en haar vermogen om belangrijke stof tot nadenken te geven geldt niet alleen in de filmwereld. Het wordt weerspiegeld in veel meer revolutionaire contexten dan deze. Het verhaal van één mythe in het bijzonder steekt met kop en schouders boven alle andere uit als het gaat om ons meest kritieke moderne vraagstuk, de klimaatcrisis.
Het is de mythe van Phaeton, zoon van de zonnegod Helios, die nadat zijn afstamming door zijn leeftijdsgenoten in twijfel was getrokken, zwoer dat hij zou bewijzen dat zijn vader Helios was door de zonnewagen dwars door de hemel te rijden, iets wat niemand anders, zelfs de goden niet, voor elkaar zou krijgen. Het besturen van de zonnewagen hield in dat hij de zon zelf moest beheersen, met al haar ontembare kracht. Het was een taak die enorme eisen stelde aan kracht, ervaring, verantwoordelijkheid en kennis van degene die de teugels in handen had. Maar Phaeton’s trots, die hij aan zijn gelijken had gezworen, maakte het hem onmogelijk iets anders te aanvaarden dan zijn zin te krijgen.
Toen Phaeton aan zijn moeder uitlegde wat er gebeurd was, slaagde zij er niet in hem op andere gedachten te brengen. Het is de moeite waard op dit punt te vermelden dat Phaeton tijdens zijn jeugd nooit de gelegenheid had gehad zijn vader te ontmoeten, omdat de dagelijkse taak van zijn vader het voor zijn moeder handiger had gemaakt hem op te voeden. Toen Phaeton zijn moeder echter vertelde dat zijn leeftijdgenoten hem hadden uitgelachen en dat zij ook voor leugenaar was uitgemaakt omdat zij had beweerd dat Helios zijn vader was, besloot zijn moeder haar zoon toe te staan zijn vader te ontmoeten in de hoop dat Helios kon worden overgehaald om Phaeton voor één dag de zonnewagen te laten lenen. Toen vader en zoon elkaar voor de eerste keer ontmoetten, was Helios zo aangenaam verrast dat hij onmiddellijk beloofde de eerste wens van zijn zoon in te willigen. Phaeton aarzelde niet en vroeg om de zonnewagen te mogen besturen. Helios was ontzet door dit idee en vroeg meteen of hij zijn belofte mocht terugnemen. Hij probeerde van alles om zijn zoon op andere gedachten te brengen, beschreef hoe moeilijk het was om de zonnewagen te besturen, hoeveel verantwoordelijkheid het met zich meebracht, en de gevaren en gevolgen voor de aarde als er ook maar de geringste fout werd gemaakt, maar tevergeefs. Zijn zoon weigerde zijn wens te veranderen. Omdat Helios een god was, had hij geen andere keuze dan zijn belofte na te komen. Hij smeekte zijn zoon nog een laatste keer om van gedachten te veranderen, maar het mocht niet baten. Helios was dus verplicht zijn belofte na te komen.
Het was een taak die enorme eisen stelde aan kracht, ervaring, verantwoordelijkheid en kennis van degene die de teugels in handen had.
Na het onvermijdelijke te hebben aanvaard, probeerde Helios Phaeton te helpen door hem de nodige adviezen te geven om alle gevaren onderweg het hoofd te bieden, waarvan de belangrijkste was om nooit de zweep te gebruiken. Zijn zoon, die vastbesloten was indruk te maken op zijn leeftijdgenoten, wilde echter maar al te graag beginnen en luisterde niet naar hem.
Dus toen de tijd was aangebroken en de dageraad naderde, gaf Helios hem met tegenzin de teugels in handen. De wagen schoot door de lucht en de god kon niets anders doen dan toekijken en er het beste van hopen. Phaeton van zijn kant werd bedwelmd door de kracht en de snelheid van de paarden en vergat weldra de raad van zijn vader. Hij begon de zonnewagen nog sneller voort te stuwen, en het duurde niet lang of hij gebruikte de zweep. Toen de paarden dit merkten en het feit dat de gebruikelijke ervaren handen de teugels niet vasthielden, werden zij wilder en onstuimiger en Phaeton vond het steeds moeilijker hen in bedwang te houden. Hij kon ze nauwelijks meer in bedwang houden en de paarden begonnen steeds meer van hun gebruikelijke koers af te wijken. Tenslotte verloor Phaeton volledig de controle over de wagen en moest hij vechten om zijn evenwicht te bewaren en niet de ruimte in te worden geslingerd.