De Bourgondiërs
Deel deze pagina
Volg deze site
Zoals sommige andere Germaanse stammen, migreerden de Bourgondiërs vanuit Zuid-Scandinavië (veel bronnen zeggen vanaf het eiland Bornholm) naar Midden-Europa. De Romeinse historicus Tacitus vermeldt in zijn boek Germania dat de Bourgondiërs aan het eind van de 1e eeuw woonden in wat nu Polen is.
In 277 stak een groep Bourgondiërs samen met leden van een andere stam, de Vandalen, de Rijn over en viel het Romeinse Rijk binnen. De Romeinen onder keizer Probus versloegen de indringers, namen een groot aantal van hen gevangen en verscheepten hen naar Brittanië.
In 406 bevroor de rivier de Rijn. Plotseling was het voor mensen veel gemakkelijker om de grote rivier over te steken. Een grote groep Germanen deed dit, waaronder een man met de naam Gundahar (soms geschreven als Gunther), die zijn volk ertoe aanzette zich aan de westkant van de rivier te vestigen. Dit was de basis van het Bourgondische koninkrijk. Gundahar was in die tijd machtig genoeg om de Romeinse troon in handen te krijgen en installeerde daarop Jovinus, een senator die twee jaar regeerde na de nederlaag van een andere usurpator, Constantijn III. (Beide usurpators waren co-keizers met Honorius, wiens nederlaag in interne gevechten hem dwong de macht te delen.)
De drie andere hoofdsteden van dit koninkrijk waren Speyer, Straatsburg, en Worms. Zij leidden later rooftochten in de Belgische provincie Gallië. De zoon van Gundahar, koning Gundioc, had een nederzetting gebouwd in Lugdunum (het huidige Lyon) en was een bondgenoot van Flavius Aetius, die Attila de Hun versloeg. (Een groep Bourgondiërs die aanvankelijk niet de Rijn overstak, deed dat later wel, als onderdeel van Attila’s leger.)
Zoals vele anderen hadden de Bourgondiërs te lijden onder aanvallen van de Hunnen en riepen zij Rome om bescherming. Gundahar en een groot aantal Bourgondiërs stierven door toedoen van de Hunnen, in 437; ook Worms werd verwoest. De overgebleven Bourgondiërs, geleid door Gundahar’s zoon Guneric, overtuigden Rome ervan hen binnen de Romeinse grenzen te laten blijven. Zij vestigden zich bij Lugdunum (nu Lyon) en hadden een nieuwe hoofdstad in Vienne. In ruil daarvoor stemden de Bourgondiërs erin toe voor Rome te vechten, en veel Bourgondiërs vochten aan de zijde van Aetius en de Visigoten tegen de Hunnen in de Slag bij Chalons in 451.
De Bourgondische koning Gundobad was commandant van het Romeinse leger in de jaren 470. Hij was ook bekend als koning van Bourgondië, die een alliantie met de Franken had gesloten door zijn nicht te laten trouwen met de Frankische koning Clovis. De Bourgondiërs bleven een rol spelen in een schijnbaar eindeloze parade van zwakkere en zwakkere westerse keizers.
In 490 leidde Gundobad de Bourgondiërs op een goed getimede rooftocht in Ostrogotisch gebied, waarbij land werd veroverd dat vanwege de oorlog van de Ostrogoten met het Byzantijnse Rijk nauwelijks was verdedigd. In deze tijd voltooiden de Bourgondiërs ook een wetboek, waarin Germaanse en Romeinse wetten werden samengevoegd.
Gundobads zonen regeerden na hem, eerst Sigismund en daarna Godomar. De laatste nam de teugels van de regering in handen. Hij hield ze meer dan een decennium in handen en versloeg daarbij een Frankisch leger bij Vezeronce in 524. Godomar stierf in 535, midden in een veldslag tegen de Franken, die de Franken wonnen.