Is er een voedsel of drank die niet het onderwerp is van een of andere paniek? Koffie heeft acrylamide, brood heeft gluten, hamburgers hebben polycyclische aromaten, cola’s hebben methylimidazool, pinda’s hebben aflatoxinen. Het is genoeg om je aan het drinken te zetten. Maar ook hier zijn er problemen. Hop in bier bevat 8-prenylnaringenine, een van de krachtigste van planten afgeleide oestrogenen die ooit ontdekt zijn. Oestrogeendichtheid kan worden bepaald door te zien hoe sterk een verdachte verbinding bindt aan oestrogeenreceptoren in de baarmoeder van de rat, en 8-prenylnaringenine bindt zeer sterk. Dit is de reden waarom hop vaak wordt aangetroffen in voedingssupplementen waarvan wordt beweerd dat ze de borst vergroten.
De theorie achter de claim van borstvergroting is dat het vrouwelijke hormoon oestrogeen verantwoordelijk is voor de zogenaamde secundaire geslachtskenmerken, namelijk de kenmerken die voor het eerst in de puberteit verschijnen en mannen van vrouwen onderscheiden. De ontwikkeling van borsten is een voor de hand liggend voorbeeld. Transgender-procedures die een vervrouwelijking vereisen, omvatten inderdaad altijd de toediening van oestrogeen voor de ontwikkeling van borsten. Maar bij vrouwen is er geen bewijs dat borstgrootte wordt bepaald door circulerend oestrogeen en geen gerenommeerde studies hebben ooit aangetoond dat borstvergrotingssupplementen werken.
tik hier om andere video’s van ons team te zien.
Dit betekent echter niet dat de fyto-oestrogenen in bier verstoken zijn van enige fysiologische activiteit. De bloemen van de hopplant, Humulus lupulus, worden sinds ongeveer de negende eeuw gebruikt om bier zijn karakteristieke bittere smaak te geven en om te voorkomen dat het bederft. Hop heeft geen invloed op de activiteit van brouwersgist, maar heeft een antimicrobiële werking op andere ongewenste microben. Tot de komst van plukmachines werd hop met de hand geplukt, vaak door vrouwen. Historische anekdotes beweren dat de menstruatiecyclus van deze vrouwen werd beïnvloed door het hanteren van hop.
Er zijn ook verhalen over bierdrinkende mannen die niet in staat waren de gelegenheid te baat te nemen met de dames wanneer dat nodig was, omdat ze werden getroffen door “Brewer’s Droop”. En alsof dat nog niet genoeg is, wordt er ook beweerd dat bier drinken leidt tot “man boobs”. Noch de menstruatieproblemen, noch de effecten op mannen zijn bevestigd door studies, dus blijven het anekdotes. Bier kan wel veel calorieën toevoegen aan het dieet, met als gevolg de klassieke bierbuik en overtollig vetweefsel rond de borst, maar dit is geen hormonaal effect. Ook is bekend dat overmatig alcoholgebruik kan leiden tot erectiestoornissen, een effect dat niets met hop te maken heeft.
Argumenten dat bier geen belangrijk hormonaal effect kan hebben, worden meestal gestaafd door te verwijzen naar de hoeveelheid 8-prenylnaringenine die in bier wordt gedetecteerd. Of beter gezegd, niet gedetecteerd. De meeste bieren bevatten geen detecteerbaar gehalte van dit fyto-oestrogeen, maar er is toch nog een klein knelpuntje. Onze darmen bevatten triljoenen bacteriën, die deel uitmaken van het menselijk “microbioom”, die in staat zijn een aantal chemische transformaties uit te voeren. Eén daarvan is de omzetting van een andere verbinding die in bier voorkomt, isoxanthohumol, in het oestrogene 8-prenylnaringenine. Deze verbinding mag dan niet aanwezig zijn in het bier, ze kan wel gevormd worden in het lichaam na consumptie van bier, wat betekent dat men nog niet vrij is van elk oestrogeen effect van bier.
Inderdaad, opvliegers en andere symptomen verdwenen bijna bij vrouwen in de menopauze na drie maanden wanneer ze ongeveer een halve theelepel gedroogde hopbloemen per dag kregen in een placebo-gecontroleerde proef. Dit lijkt te wijzen op een oestrogeen effect, maar het roept wel een probleem op. Oestrogeensupplementen worden al sinds jaar en dag gebruikt tegen symptomen van de menopauze, en het was vroeger heel gewoon dat artsen deze voorschreven aan vrouwen zodra ze in de menopauze kwamen. Deze praktijk werd meestal stopgezet toen studies aantoonden dat dergelijke supplementen het risico op borstkanker verhoogden.
Gezien het hopsupplement de symptomen van de menopauze vermindert op een manier die vergelijkbaar is met voorgeschreven oestrogenen zoals Premarin, zo genoemd omdat het wordt gewonnen uit de urine van drachtige merries, zou het dan niet ook het risico op borstkanker kunnen verhogen? Onderzoek heeft aangetoond dat 8-prenylnaringenine zich bindt aan dezelfde oestrogeenreceptor, de zogeheten alfa-receptor, als de voorgeschreven oestrogenen, zodat de mogelijkheid dat hop of hopextracten het risico op borstkanker kunnen verhogen, niet kan worden uitgesloten. Dit kan wel een reëel probleem zijn bij de grote dosissen hop die gebruikt worden tegen menopauzale symptomen, of hopextracten die men terugvindt in borstvergrotingspillen, maar het is onwaarschijnlijk dat dit het geval is bij de veel kleinere hoeveelheden 8-prenylnaringenine die in het bloed opduiken na het consumeren van bier.
Soja bevat ook fyto-oestrogenen en wordt in verband gebracht met een vermindering van opvliegers en andere symptomen van de menopauze. In Japan melden veel minder vrouwen last te hebben van opvliegers, misschien dankzij de aanzienlijke sojaconsumptie. Er is geen verband met borstkanker, mogelijk omdat genisteïne in soja zich bindt aan “bèta-oestrogeenreceptoren” die de celproliferatie verminderen, in tegenstelling tot “alfa-receptoren” die de celproliferatie verhogen. Maar stimulatie van beide receptortypes lijkt de menopauzale symptomen te verminderen. Zoals altijd is er ook een dosis-effect. In zeer hoge doses kan genisteïne negatieve effecten hebben.
Dit weten we omdat we voor het eerst over deze verbinding hoorden in 1951, toen Australische onderzoekers onvruchtbaarheid bij schapen in verband brachten met de aanwezigheid ervan in klaver die de dieren aten. Genisteïne was eigenlijk de eerste hormoonachtige stof die in planten werd ontdekt. De observatie van onvruchtbaarheid bij schapen werd door sommigen geïnterpreteerd als een bewijs van de gevaren van soja, met de waarschuwing weg te blijven van deze peulvrucht. Maar een mens zou ongeveer 300 kg tofu per dag moeten eten om in de buurt te komen van de inname die het probleem bij de schapen veroorzaakte. En we mogen ook niet vergeten dat sinds die eerste vondst van een oestrogene stof in planten, we hebben geleerd dat dergelijke verbindingen wijdverspreid zijn in de natuur. Naast soja en bier komen fyto-oestrogenen voor in amandelen, paranoten, walnoten, pinda’s, koffie en wijn. Kortom: fyto-oestrogenen die voorkomen in een evenwichtige voeding zijn geen probleem. Overmatige alcoholconsumptie is dat echter wel.