We hebben eerder aangetoond dat de caudaal gerichte bijt- en krabreactie op herhaalde intrathecale (i.t.) injecties van substance P (SP) verminderd is bij de derde injectie van SP en dat deze schijnbare desensibilisatie voor SP minder uitgesproken is bij muizen die voorbehandeld zijn met Freund’s adjuvant. Deze studie werd opgezet om het mechanisme van deze desensibilisatie voor SP te bestuderen en om het effect van lyserginezuurdiethylamidetartraat (LSD) op de desensibilisatie te onderzoeken. Onze resultaten tonen aan dat, terwijl 25 microgram LSD/kg lichaamsgewicht i.p. bij naïeve muizen geen effect had op de respons op een enkele injectie van SP, LSD de ontwikkeling van desensibilisatie voor SP-geïnduceerd gedrag verminderde. Daarentegen konden identieke injecties van LSD bij met adjuvans voorbehandelde muizen niet alleen geen desensibilisatie voorkomen, maar versterkten ze de mate van schijnbare desensibilisatie voor SP. Tolerantie ontwikkelde zich voor de effecten van LSD op de desensibilisatie voor SP-geïnduceerd gedrag in zowel adjuvant- als met zoutoplossing behandelde muizen. Wanneer SPD i.t. geïnjecteerd werd, veranderde LSD de mate van desensibilisatie voor SP-geïnduceerd gedrag niet, wat suggereert dat het effect van LSD niet op ruggenmergniveau geproduceerd wordt. Scheiding en kwantificering van SP en zijn metabolieten in het ruggenmerg met behulp van hoge prestatie vloeistofchromatografie (HPLC) technieken toonden aan dat ofwel een enkele injectie van LSD of voorbehandeling met Freund’s adjuvans vergelijkbare patronen van veranderingen in de concentraties van SP-gerelateerde peptiden in het ruggenmerg van de muis veroorzaakte.(ABSTRACT VERTROUWELIJKT OP 250 WOORDEN)