Ethisch consumeren gaat over het leggen van verbanden tussen een product, waar dat product vandaan komt en in welke context het is geproduceerd. Het vereist dat je nadenkt voordat je winkelt, dat je bedenkt hoe je levensstijl andere mensen en gemeenschappen beïnvloedt, en ook het milieu. Een ethisch geïnformeerde consument beseft dat wanneer hij iets koopt, hij niet alleen het product koopt.
Ethische consumptie gaat NIET over jezelf ontzien, noch is het een wedstrijd wie het meest deugdzame boodschappenlijstje heeft. Het gaat over het erkennen van de macht die JIJ hebt, als consument van goederen en diensten, om het bedrijfsleven te beïnvloeden om duurzamer, ethischer en verantwoordelijker te zijn.
Ethisch vs Onethisch
Als we het hebben over ‘Ethische consumptie’ of ‘Fairtrade’, dan moeten we ons afvragen of ‘Onethische consumptie’ en ‘Oneerlijke’ handel ook bestaan? En als ze bestaan, wat houdt dat dan in? Kunnen we ervan uitgaan dat elk product dat niet het logo van eerlijke handel draagt, oneerlijk is verhandeld?
Er is geen gemakkelijk antwoord op deze vraag. Door de subjectieve aard van ethische consumptie bestaat er vaak onenigheid over wat een product ethisch maakt, en het is al even moeilijk om vast te stellen welke producten onethisch zijn.
Ethiek is in wezen een waarde en is afhankelijk van een context. Er zijn echter bepaalde ethische basisnormen, die universeel zijn: zo kan het bijvoorbeeld nooit gerechtvaardigd worden geacht om arbeiders aan slavenachtige omstandigheden te onderwerpen, noch kan de handel in “bloeddiamanten” of illegale houtkap op enigerlei wijze als ethisch worden beschouwd. Er lijken dus bepaalde productiemethoden te zijn die duidelijk onethisch zijn, hoewel er veel grijze gebieden bestaan – stel bijvoorbeeld dat je 10 km van je werk woont, in een afgelegen dorp: je zou, met enige moeite, elke dag van en naar je werk kunnen fietsen. Maar als je in plaats daarvan de auto neemt, zou dat dan als onethisch worden beschouwd?
De evolutie van ethische consumptie
In de late jaren 1700 begon een aantal mensen een petitie in te dienen bij de Britse regering voor betere arbeidsomstandigheden in fabrieken. Het resultaat, in 1802, was de Factory and Health and Morals Act. Hoewel deze wet aanzienlijk voorafging aan het concept van ethische consumptie zoals we dat vandaag de dag kennen, was het aantoonbaar de eerste belangrijke beweging voor sociale rechtvaardigheid in de moderne tijd.
Ethische consumptie in zijn huidige vorm begon vorm te krijgen in de jaren vijftig, toen in Noord-Amerika initiatieven voor ‘fair trade’ op gang kwamen. De hippiebeweging van de jaren zestig moedigde mensen aan om niet alleen aan zichzelf te denken in termen van gezin, werk en gemeenschap, maar ook als volwaardige consumenten. Naarmate mensen zich meer bewust werden van de ethische implicaties van het kopen van het ene product en het andere niet, begon het ethische consumptiemodel serieus vorm te krijgen. De eerste Alternatieve Handelsorganisatie (ATO) werd in de jaren zestig in Nederland opgericht en heette S.O.S. Wereldhandel – “Wereldhandel” betekent “wereldhandel” en SOS staat voor “Steun Onderontwikkelde Regio’s”.
Waarom die moeite?
In onze rol als consument van goederen en diensten, stemmen we in wezen (maken we keuzes) met onze portemonnee. Telkens wanneer wij iets kopen, dragen wij bij aan de winst van een bedrijf en geven wij dat bedrijf (en zijn werkmethoden) een duimpje omhoog. Als je een kledingstuk koopt, zal op het etiket niet staan dat het in een sweatshop in Bangladesh is gemaakt, noch zal op het fruit en de groenten die je koopt staan dat ze oneerlijk zijn verhandeld – maar dat verandert niets aan het feit dat deze producten wel degelijk onethisch kunnen zijn. Maar dit verandert niets aan het feit dat deze producten wel eens onethisch zouden kunnen zijn. Je onwetendheid bepleiten verandert hier ook niets aan – het betekent nog steeds dat elke cent die je aan deze praktijken bijdraagt, een stem is om ze voort te zetten.
Door niet ethisch te winkelen – maken we een keuze om onrechtvaardigheid en niet-duurzame groeimodellen in stand te houden? Er is een positieve rechtvaardiging voor ethische consumptie. Het steunen van ethische bedrijven en initiatieven kan een middel zijn tot brede sociale en economische verandering. Het kopen van eerlijk verhandelde producten begint te helpen bij het herstellen van het gebrek aan evenwicht in de handel tussen rijke en arme landen; ervoor zorgen dat je meubels zijn gemaakt van hergebruikt hout moedigt meubelmakers aan om meer middelen te besteden aan dergelijk hout en minder aan niet-duurzame en soms illegale houtkappraktijken.
“Een bedrijf dat afwijkt van een aanvaarde sociale norm, zoals milieubescherming, degelijk personeelsbeleid of het vermijden van kinderarbeid, loopt het risico te worden gestraft door de consument.”
Glazer, Kanniainen en Poutvaara
‘Stemmen met je portemonnee’ bevat een inherent gevaar – in een consumentendemocratie krijgen degenen met de diepste zakken de meeste ‘stemmen’ – maar door het potentieel te erkennen dat consumentenmacht heeft bij het bewerkstelligen van sociaaleconomische verandering zijn we beter in staat het soort wereld waarin we leven te controleren.