We hebben 18.000+ cirkelvormige terpen in kaart gebracht in een deel van de zuidelijke Acidalia Planitia, gebruikmakend van hun afmetingen, vormen, en reacties in nachtelijk IR. We schatten dat er meer dan 40.000 van deze heuvels in het gebied kunnen voorkomen, met een verdeling die over het algemeen overeenkomt met de zuidelijke helft van het voorgestelde Acidalia inslagbekken. De terpen hebben een gemiddelde diameter van ongeveer 1 km en een reliëf tot 180 m, en de meeste liggen op eenheden die in kaart zijn gebracht als het vroege Amazonegebied.
Opnamen met hoge resolutie van het oppervlak van de terpen laten relatief gladde fineerlagen zien, schortachtige uitbreidingen op de vlakten, grachten, en concentrische cirkelvormige crestale structuren. Sommige beelden tonen lobate en stroom-achtige kenmerken geassocieerd met de terpen. Het albedo van de terpen is over het algemeen hoger dan dat van de omringende vlakten. Zichtbare en nabij-infrarode spectra suggereren dat de heuvels en de vlakten subtiele mineralogische verschillen vertonen, waarbij de heuvels verbeterde coatings of mogelijk grotere hoeveelheden kristallijne ijzeroxiden hebben.
Meerdere analogieën voor deze structuren werden beoordeeld in het licht van nieuwe orbitale gegevens en regionale kartering. Moddervulkanisme is de meest nabije terrestrische analogie, hoewel het proces in Acidalia duidelijk martiaanse kenmerken zou hebben gehad. Deze interpretatie wordt ondersteund door de geologische ligging van de Acidalia, die aan het uiterste einde ligt van de Chryse-Acidalia-bocht waarin grote hoeveelheden sedimenten werden afgezet door de Hesperiaanse uitstroomkanalen. In zijn distale positie zou Acidalia een depocentrum zijn geweest voor accumulatie van modder en vloeistoffen afkomstig van de uitstroom sedimentatie.
Dus, de overvloed aan terpen in Acidalia is waarschijnlijk een gevolg van de unieke geologische setting van dit bekken. Modderuitbarstingen in het hele bekken kunnen het gevolg zijn van overdruk (ontwikkeld als reactie op snelle afzetting van de uitstroom), misschien geholpen door regionale triggers voor vloeistofuitstoot in verband met gebeurtenissen zoals tektonische of hydrothermale pulsen, destabilisatie van clathraten, of sublimatie van een bevroren watermassa. Er kan een aanzienlijke hoeveelheid gas zijn vrijgekomen, en het uitgebreide moddervulkanisme kan langdurige kanalen hebben gecreëerd voor opwelling van grondwater, waardoor potentiële habitats voor een in situ microbiota zijn ontstaan.
Moddervulkanisme transporteert minimaal veranderde materialen van de diepte naar de oppervlakte, en moddervulkanen in Acidalia zouden daarom toegang kunnen geven tot monsters uit diepe zones die anders ontoegankelijk zouden zijn. Aangezien de afgelegen omgeving van Acidalia ook bevorderlijk is voor de concentratie en conservering van mogelijk aanwezig organisch materiaal, zouden monsters die door moddervulkanisme aan de oppervlakte zijn gebracht, biosignaturen kunnen bevatten van mogelijk vroeger of zelfs huidig leven. Bijgevolg kunnen de heuvels van Acidalia een nieuwe klasse van exploratiedoelen bieden.