Raadsels zijn een uitdaging vermomd als een spel. Deze leermiddelen zijn zeer nuttig omdat zij uitnodigen tot leren terwijl men zich amuseert; zij beantwoorden dus aan de Horatiaanse stelregel “prodesse et delectare” (onderwijzen terwijl men zich amuseert). Ook de intonatie en de muzikaliteit van het woordspel zijn twee essentiële ingrediënten om de aandacht van de leerlingen te trekken en hen naar ontdekking te leiden.
Voordelen van raadsels voor het leren van een andere taal
Mind training
Deze linguïstische hulpmiddelen zijn kort en gemakkelijk te onthouden, zodat ze de smaak en de motivatie voor het leren van een nieuwe taal stimuleren. Bovendien activeren ze de nieuwsgierigheid en moedigen ze aan tot neuronale gymnastiek, want ze zetten aan tot interpreteren, decoderen, redeneren, conceptualiseren, associëren, classificeren, ordenen, weggooien, herinterpreteren… Kortom, ze helpen de hersenen te trainen, want zowel inspanning als mentale behendigheid zijn gegarandeerd bij het voortdurend denken en heroverwegen om het gemaskeerde probleem-enigma op te lossen dat elk van hen bevat.
Anderzijds verwerven, verbreden en verrijken de leerlingen met deze hersenkrakers hun woordenschat, aangezien er een verscheidenheid aan raadsels is die betrekking hebben op verschillende lexicale gebieden, afhankelijk van het onderwerp (dieren, vruchten, lichaamsdelen…), een project (Leven onder de maan), een project (Leven onder de maan), een project (Leven onder de maan), een project (Leven onder de maan), een project (Leven onder de maan), een project (Leven onder de maan), een project (Leven onder de maan), een project (Leven onder de maan) en een project (Leven onder de maan).), een project (Leven onder zee, Het zonnestelsel, De wereld rond…) of een feestdag (Halloween, Sint-Joris…). Bovendien helpen raadsels om vertrouwd te raken met de uitspraak en de intonatie van de nieuwe taal. Ze stimuleren ook de concentratie en aandacht om het begrijpend lezen te bevorderen.
Creativiteit en emotionele intelligentie
Ze helpen ook de verbeelding en fantasie te prikkelen omdat ze leerlingen aanmoedigen te schrijven, d.w.z. hun eigen raadsels te verzinnen. Terwijl ze hun creativiteit de vrije loop laten, formuleren ze geestige vragen en raadsels, spelen ze met woorden en leren ze de werking van de nieuwe taal kennen, bijvoorbeeld door met behulp van eenvoudige structuren beschrijvingen en definities te maken met behulp van vergelijkingen en tegengestelde bijvoeglijke naamwoorden. Ze kunnen hun producties zelfs bundelen in een ‘Raadselboek’.
Op weg naar het oplossen van deze raadsels en de interactie in de klas komen waarden naar voren die bevorderd kunnen worden: rustig nadenken, leren luisteren en naar anderen geluisterd worden, de conclusies van anderen respecteren, niet alleen verschillende ideeën en meningen maar ook foute antwoorden delen en commentaar geven op de verschillende mogelijkheden die zich kunnen voordoen. Met andere woorden, werk samen, versterk de banden en creëer synergieën.
Volgende stel ik twintig raadsels voor die u uitnodigen om uw geest op een leuke en speelse manier te oefenen. Plezier is gegarandeerd als we de leerlingen verschillende soorten aanwijzingen geven: gebaren, mime, geluiden of ‘flashcards’ (kaartjes om het geheugen te oefenen) die beetje bij beetje worden aangeleerd om bij te dragen aan het verrassingseffect en de verwachting in stand te houden.
Voorbeelden van raadsels voor de Engelse les
1.- Welke letter van het alfabet is een insect? B (bij)
2.- Het is op je hoofd en onder je hoed. Wat is het? Haar
3.- Iedereen heeft het en niemand kan het verliezen. Wat is het? Shadow
4.- Wat heeft vier benen maar kan niet lopen? Tabel
5.- Wat is groen, maar geen blad, kopieert anderen, maar is geen aap? Papegaai
6.- Hij is rond en geel, hij is als een vuurbal. Het komt op in het oosten, het gaat onder in het westen.
Wat is het? De Zon
7.- Koud hoofd en voeten, rond als een bal, altijd om zichzelf draaiend. Wat is het? De Aarde
8.- Wat voor boom kun je in je hand dragen? Palm
9.- Welk dier is het beste in honkbal? Knuppel
10.- Hoe weet je dat wortels goed zijn voor je ogen? Omdat konijnen geen bril dragen.
11.- Wat komt naar beneden maar gaat nooit naar boven? Regen
12.- Haal mijn huid eraf en ik zal niet huilen, maar jij wel. Wat ben ik? Ui
13.- Hij is oranje en klinkt als een papegaai. Wortel
14.- Wat gaat er altijd met z’n schoenen aan naar bed? Paard
15.- Waar komt gisteren na vandaag? In het woordenboek
16.- Wat moet je eerst breken voordat je het kunt gebruiken? Ei
17.-Dit is iets zwart-wit, maar het is geen oude tv. Het is een diersoort dat begint met de letter Z. Zebra
18.-Ik heb vleugels, maar ik ben geen vogel. Ik ben klein en kleurrijk. Ik leef in tuinen en bossen. Vroeger was ik een rups. Wat ben ik? Vlinder
19.- Ik heb vier poten en een staart. Ik heb geen tanden. Ik kan zwemmen en onder water duiken. Ik draag mijn huis met me mee. Wat ben ik? Schildpad
20.- Waar vind je steden, dorpen, winkels en straten, maar geen mensen? Kaart