Mijnwerker die naar goud aan het pannen is
De goudkoorts gaf hoop aan mensen over de hele wereld om naar de Verenigde Staten te komen en een immense rijkdom te vergaren. De fysieke arbeid was zwaar, en als gevolg daarvan hadden velen aanzienlijke verwondingen, en velen stierven zelfs aan ziektes of mijnongevallen. Tijdens de goudkoorts werd ongeveer 750.000 pond goud gewonnen in deze tijd.
De mannen die de bijnaam “veertig mijnwerkers” kregen, gingen elke dag aan het werk en liepen groot gevaar, maar ook in de kampen waar ze verbleven. Een typische dag voor een mijnwerker bestond uit het zoeken naar goud van zonsopgang tot zonsondergang, slopende arbeid met zeer weinig pauzes, omdat de mijnwerkers wisten dat ze hun kans op rijkdom zouden missen als ze stopten. Het leven van een “49er” was lang niet zo glorieus als velen hoopten dat het zou zijn. In het begin werkten veel mijnwerkers voor zichzelf, maar toen het goud begon te verdwijnen en er machines nodig waren om het goud te winnen, gingen veel mijnwerkers voor mijnbouwbedrijven werken in plaats van voor zichzelf. De meesten die alles op het spel hadden gezet in de hoop goud te vinden, bleven met niets achter. Hoewel velen op zoek gingen naar fortuin, hadden slechts weinigen succes.