anoniem gevraagd:
Hoe maak je onderscheid tussen existentialisme en absurdisme?
Ik krijg deze vraag nogal eens. Ik heb er al eerder over geschreven, hier en hier, en ik heb zelfs een handig grafiekje geplaatst waarin ik verschillende vormen van existentialisme vergelijk.
Hier staat wat ik in een eerder bericht heb geschreven:
In het kort komt het verschil tussen existentialisme en absurdisme voort uit hun oplossing voor het vinden van zin in het leven. Ze zijn het er allebei over eens dat het universum van nature betekenisloos is, maar het existentialisme stelt dat we onze eigen betekenis moeten scheppen. De existentialistische mantra (althans van de Sartreaanse variant) is dat het bestaan voorafgaat aan de essentie; we worden geboren, we bestaan, en dan moeten we ervoor kiezen om onze eigen essentie, ons eigen doel te creëren.
Absurdisme daarentegen richt zich op de spanning tussen een betekenisloos universum en ons voortdurende streven om betekenis te vinden. Deze spanning is wat aanleiding geeft tot het absurde. Camus stelde dat we allemaal ondergedompeld zijn in deze spanning en dus drie alternatieven hebben: we kunnen onszelf doden, we kunnen de absurditeit ontkennen en onze toevlucht zoeken in mythen en religie, of we kunnen de absurditeit omhelzen. Het absurde omhelzen is toegeven dat alles zinloos is en verder gaan, blijven leven en goed leven. Camus illustreerde dit beroemd met het beeld van Sisyphus die een rotsblok een heuvel opduwt tot in de eeuwigheid. Sisyphus kan zich wentelen in de zinloosheid van zijn taak, of hij kan zijn lot aanvaarden en er het beste van maken. Il faut imaginer Sisyphe heureux. Zei Camus. Men moet zich Sisyphus gelukkig voorstellen.
Er zijn nog meer verschillen tussen de twee stromingen, en vele variaties daarbinnen. Maar beiden waren diep bezorgd over hoe te leven en hoe de molensteen van een mogelijk koude en onverschillige kosmos te trotseren.