Een voorbeeld Avogardo’s Hypothese (beroemd) dat gelijke volumes gassen gelijke aantallen deeltjes (moleculen of atomen) zouden bevatten was gebaseerd op de kinetische theorie van gassen.
Avogardo’s Hypothese bleef een hypothese gedurende meer dan 100 jaar voordat definitieve empirische experimenten bewezen dat zijn hypothese juist was. Tegen die tijd was de kinetische theorie van de gassen algemeen aanvaard.
Een hypothese voorspelt wat men verwacht dat er zal gebeuren. Als ik bijvoorbeeld de temperatuur verlaag, moet het volume van de ballon kleiner worden. Dit is een hypothese.
Deze hypothese is gebaseerd op de wet van Charles, een van de gaswetten in de kinetische theorie van gassen. De kinetische theorie verklaart dat de beweging van gassen te maken heeft met de snelheid van de deeltjes. Hoe groter de temperatuur, hoe groter de snelheid.
Dus als de temperatuur wordt verlaagd, zou de snelheid volgens de theorie lager moeten zijn.
Dit leidt tot de hypothese dat het volume zal krimpen of afnemen. Het experimentele bewijs bewijst dat de hypothese juist is. De juiste voorspelling van de hypothese geeft steun aan de theorie.
Goede theorieën doen goede voorspellingen ( Hypothese)
Slechte theorieën doen slechte voorspellingen ( Hypothese )