Hoofdpijn afkomstig uit front-orbital gebied kan worden onderverdeeld in (1) die geen autonome symptomen heeft zoals lacrimatie, rhinorrea, rhinostasis. Dit omvat psychogene hoofdpijn en epileptische hoofdpijn. In het geval van psychogene hoofdpijn wordt geen pericraniële tederheid waargenomen en is de hoofdpijn van gemiddelde intensiteit. Meestal klaagt de patiënt over hoofdpijn die uit het frontale gebied komt. Er zijn meer dan vijf verschillende symptomen zoals algemene malaise, gevoelloosheid, tintelend gevoel, duizeligheid, slapeloosheid. Maar hoewel de symptomen meervoudig zijn, is de patiënt zijn leven lang gewoon. Met andere woorden, een patiënt wordt door hoofdpijn beschermd tegen zijn of haar stress. In zo’n geval is geen medicatie nodig. Bij epileptische hoofdpijn wordt een drukkende pijn gevoeld over het voorhoofd gedurende enkele minuten tot enkele uren. Trillingen of convulsies volgen soms op de hoofdpijn. Het EEG vertoont spike- en golfactiviteiten. In het geval van focale epilepsie, treedt hoofdpijn contralateraal van het brandpunt op. Anti-epileptica zoals VPA of CBZ is een keuze in een dergelijk geval, en zowel de hoofdpijn als de aanvallen verdwijnen. (2) Front-orbitale hoofdpijn met autonome symptomen omvat verschillende trigeminus autonome cefalalgieen. Deze omvatten o.a. clusterhoofdpijn, episodische paroxysmale hemicrania, hemicrania continua. Nauwkeurige anamnese is noodzakelijk voor de behandeling, want geen enkel geneesmiddel is 100% werkzaam.