Achtergrond: Er is geen definitieve verklaring gevonden voor het verschil in het aantal mannelijke en vrouwelijke non-contact ACL letsels. Het hormonale milieu, waarvan bekend is dat het verschillend is bij mannen en vrouwen, werd als een mogelijke bron voor dit verschil in blessurepercentage verondersteld.
Doel: Bevestigen van eerder onderzoek naar de periodiciteit van noncontact ACL letsel. De steekproefgrootte vergroten door enkelverstuikingen toe te voegen. Het bepalen van de frequentie van noncontact ACL letsel en enkelverstuikingen bij collegiaal basketbal en voetbal. Nagaan of het gebruik van orale anticonceptiemiddelen invloed heeft op de frequentie van noncontact ACL letsel en enkelverstuikingen.
Methoden: Gegevens werden verzameld van een steekproef van NCAA-scholen tijdens het basketbalseizoen 2000-2001 en het basketbal- en voetbalseizoen 2001-2002.
Resultaten: Recall en prospectieve dataverzameling van de lengte van de menstruele cyclus leverden geen gelijkwaardige resultaten op. Periodiciteit was alleen aanwezig in de recall groep van “van de pil” gebruikers. Het aantal niet-contact ACL blessures en niet-contact enkelverstuikingen was twee keer zo hoog bij basketbal als bij voetbal. Er was geen verschil in het aantal blessures tussen atleten die hormonale therapie gebruikten en atleten die geen hormonale therapie gebruikten.
Conclusies: Niet-contact ACL blessures en enkelverstuikingen kwamen significant vaker voor bij basketbal dan bij voetbal, maar dit verschil hield geen verband met het gebruik van hormonale therapie. Het algemene percentage van non-contact ACL blessures en enkelverstuikingen bij vrouwelijke collegiale basketbal- en voetbalsters is zeer laag.