12Gelukkig zijn zij die trouw blijven onder beproevingen, want wanneer zij erin slagen zo’n beproeving te doorstaan, zullen zij als beloning het leven ontvangen dat God beloofd heeft aan hen die hem liefhebben. 13Wanneer wij door zulke beproevingen verzocht worden, moeten wij niet zeggen: “Deze verzoeking komt van God.” Want God kan niet door het kwade verzocht worden, en Hijzelf verleidt niemand. 14Maar wij worden in verzoeking gebracht wanneer wij door onze eigen boze begeerten worden meegesleept en in de val lopen. 15Dan verwekken onze boze begeerten en baren zonde; en de zonde, wanneer zij volgroeid is, baart de dood. 16Laat u niet misleiden, mijn beste vrienden! 17Elke goede gave en elk volmaakt geschenk komt uit de hemel; het komt van God, de Schepper van de hemelse lichten, die niet verandert en geen duisternis veroorzaakt door te draaien. 18Door zijn eigen wil heeft hij ons door het woord der waarheid tot stand gebracht, opdat wij de eerste plaats zouden innemen onder al zijn schepselen. 19Denk hieraan, mijn lieve vrienden! Iedereen moet snel zijn om te luisteren, maar traag om te spreken en traag om boos te worden. 20Menselijke boosheid bereikt Gods rechtvaardige doel niet. 21Werk daarom elke vuile gewoonte en elk slecht gedrag weg. Onderwerp u aan God en aanvaard het woord dat Hij in uw harten plant, dat bij machte is u te redden. 22Begoochel uzelf niet door alleen maar naar zijn woord te luisteren; maar breng het in praktijk.