Het onderscheid tussen conflictueuze en radicale (marxistische) criminologie loopt parallel met een onderscheid dat in de sociologie al lang wordt gemaakt tussen twee takken van de conflicttraditie: conflictideologieën en sociologische conflicttheorieën. Radicale criminologie is een conflictideologie die haar visie op misdaad en recht baseert op de overtuiging dat kapitalistische samenlevingen misdaad in de hand werken en definiëren wanneer de bezitters van de productiemiddelen hun macht gebruiken om wetten uit te vaardigen die de arbeidersklasse onder controle houden en bedreigingen van de macht van de heersende klasse onderdrukken. In de visie van de radicale criminologie bestaat de oplossing van het misdaadprobleem in het omverwerpen van kapitalistische systemen en het invoeren van sociale systemen waarin klasse en economische conflicten worden uitgebannen. Sociale conflicttheorieën daarentegen delen weliswaar de opvatting van de radicale criminologie dat criminaliteit wordt bepaald door wetten die worden uitgevaardigd door machtsgroepen die gedrag willen controleren dat hun waarden en belangen uitdaagt, maar stellen dat deze onderliggende dynamiek van het maken van wetten kenmerkend is voor alle grote, complexe samenlevingen waarin groepen met uiteenlopende waarden en belangen wedijveren in de arena’s van de macht om wetten uit te vaardigen die bedreigingen voor hun manier van leven in de weg staan. Terwijl de radicale criminologen een ideologische basis hebben voor hun criminologische principes, beweren de sociale conflicttheoretici dat zij hun theorieën baseren op empirisch gebaseerde sociologische studies. Voetnoten zijn voorzien.