Een hypothese kan het best worden gedefinieerd als een (n): Vraag 11 opties: a) specifieke voorspelling betreffende het verband tussen variabelen b) specificatie van een variabele in termen van de procedures die zullen worden gebruikt om deze te meten c) brede, algemene verklaring van het fenomeen van belang d) gedrag, gebeurtenis, of ander kenmerk dat verschillende waarden kan aannemen Welke van de volgende onderzoekers voert een casestudy uit?
Vraag 12 mogelijkheden: a) Dr. Henriette, die meet hoe snel een groep studenten kan reageren op een stimulus. b) Dr. Innis, die de tactiele perceptie van een blinde vrouw onderzoekt. c) Dr. Jenner, die kinderen op een speelplaats observeert. d) Dr. Kulik, die krantenverhalen over seriemoordenaars doorneemt
Welke van de volgende dingen is het doel van experimenteel onderzoek?
Vraag 13 opties:
|
a) |
Het beoordelen van de validiteit van een meting
|
|
|
b) |
Om de relaties tussen variabelen te beoordelen
|
|
|
c) |
Om de huidige stand van zaken te beoordelen
|
|
|
d) |
Om de oorzakelijke invloed van een of meer manipulaties te beoordelen
|
|