Ossikels gelegen aan de acetabulaire rand worden over het algemeen aangeduid als niet-gefuseerde secundaire ossificatiecentra en worden “os acetabuli” genoemd. Zij worden ook waargenomen in ernstig dysplastische heupen, waar zij beschouwd worden als vermoeidheidsfracturen van de acetabulaire rand ten gevolge van overbelasting. In een retrospectieve studie evalueerden wij de radiografieën van 495 patiënten, die chirurgisch werden behandeld voor femoro-acetabulair impingement. In 18 heupen (15 patiënten) werd een groot ossaal fragment aan de anterolaterale acetabulaire rand gevonden. Alle patiënten vertoonden radiografisch een femurkop met een asferische extensie die een “cam”-impingement veroorzaakte. Zestien heupen hadden een retroverted acetabulum, wat wijst op een anterior overdekking. Preoperatieve MRI’s, beschikbaar bij 12 patiënten, toonden de aanwezigheid van een fragment bestaande uit labrum, gewrichtskraakbeen en bot. De opening tussen het stabiele acetabulum en het randfragment had een verticale oriëntatie. Alle patiënten waren blootgesteld aan een fysiek veeleisend beroep of contactsport en in 15 heupen was er geen memorabele traumatische episode aanwezig. Het mechanisme dat leidt tot dit fragment van de acetabulumrand wordt verondersteld vermoeiend te zijn ten gevolge van femoro-acetabulair impingement. Het asferische deel van de kop wordt in het acetabulum vastgeklemd en veroorzaakt na verloop van tijd een stressfractuur van het retroverteerde deel van het acetabulum. Echte “Os acetabuli” zijn morfologisch gelijkaardig, maar de oriëntatie van de kraakbenige groeiplaat is meer evenwijdig met het gewrichtsoppervlak, in tegenstelling tot de heupen in de huidige studie, waar de scheidingslijn loodrecht op het gewrichtsoppervlak stond. Het klinisch belang is dat de aanwezigheid van een fragment van de acetabulaire rand in de niet-dysplastische heup de verdenking van femoro-acetabulair impingement moet doen rijzen.;