Abstract
Soevereiniteit van een staat wordt vaak gedacht en gezien als absoluut, onbeperkt. Er bestaat echter niet zoiets als absolute staatssoevereiniteit. Absolute of onbeperkte soevereiniteit is zelfs onmogelijk, omdat alle soevereiniteit noodzakelijkerwijs wordt geschraagd door haar voorwaarden van mogelijkheid. Dit artikel bestaat uit twee hoofdgedeelten. Ten eerste, en om duidelijker te laten zien hoe soevereiniteit beperkt is, worden twee soorten agenten geïntroduceerd: a) individuen; en b) staten. Het doel is aan te tonen hoe verschillende soorten beperkingen werken met betrekking tot individuen en staten zonder hun respectieve soevereiniteit aan te tasten. Ten tweede identificeert het artikel specifieke theoretici of literatuur die soevereiniteit als absoluut beschouwen en geeft het een kort overzicht van enkele belangrijke denkers die soevereiniteit als beperkt beschouwen in het moderne tijdperk dat volgde op de theorieën van Bodin en Hobbes. Het begrip staatssoevereiniteit als beperkt in plaats van absoluut heeft verschillende implicaties, zowel direct als indirect. Een belangrijk onmiddellijk gevolg is dat soevereine staten kunnen samenwerken, hun soevereiniteit kunnen beperken en toch als soeverein kunnen worden beschouwd.