Overvloed
Een overvloeiende volheid; ruim voldoende; grote overvloed; overvloed; overvloedig aanbod; overvloed; rijkdom: strikt alleen van toepassing op hoeveelheid, maar soms gebruikt van aantal. Het is betreurenswaardig te bedenken wat een overvloed aan nobel bloed is vergoten met weinig voordeel voor de christelijke staat. (Raleigh)
Synoniem: Overvloed, overvloed, overvloed, overvloed, overvloed, rijkdom, welvaart. Deze woorden volgen elkaar op in het uitdrukken van het idee van volheid. Overvloed duidt op een voldoende hoeveelheid om in elke behoefte te voorzien; zoals, overvloed aan voedsel, overvloed aan geld, enz. Overvloed drukt meer uit, en geeft het idee van overvloed of overdaad; zoals, overvloed aan rijkdom, een overvloed aan geestigheid en humor; vaak echter duidt het alleen op overvloed in hoge mate. Uitbundigheid is nog hoger, en impliceert een uitbarsting aan alle kanten, die grote overbodigheid of overtolligheid veroorzaakt; zoals, een uitbundigheid van vrolijkheid, een uitbundigheid van dierlijke geesten, enz.
Oorsprong: oe. (h)abudaunce, overvloed, f. Abundance, f. Abondance, L. Abundantia, fr. Abundare. Zie Abound.