Partial weight bearing is een algemeen aanvaard principe van revalidatie na trauma of reconstructieve chirurgie van de onderste extremiteit. Individuele dynamische belastingen tijdens het gedeeltelijk dragen tot een bepaald belastingsniveau van 200 N werden vergeleken bij 23 patiënten die een fractuur van de onderste extremiteit hadden opgelopen en 11 gezonde vrijwilligers met behulp van dynamische zooldrukmetingen. Overmatige dynamische belasting in vergelijking met het statisch vooraf geteste 200 N niveau werd waargenomen in alle groepen. De maximale krachtniveaus bedroegen tot 690 N bij jonge patiënten en tot 580 N bij oudere patiënten boven de voorgeschreven statische belasting. Geen van de gezonde vrijwilligers was in staat binnen de gegeven belasting van 200 N te blijven. Het ingestelde belastingsniveau werd overschreden met ten minste 38 N (119%) in de groep oudere patiënten. Ter vergelijking, oudere patiënten vertoonden statistisch significant hogere maximale krachten dan jonge patiënten gedurende de eerste twee testdagen (p = 0.007 en 0.013). Op de 3e testdag waren de maximale grondcontactkrachten gemiddeld 71 N hoger dan in de groep jonge patiënten. Analyse van de kracht tijdsintegraal (impulsen overgebracht op de grond) toonde weer hogere waarden bij de oudere dan bij de jonge patiënten. De verschillen waren statistisch significant gedurende de eerste twee testdagen (p = 0,006 en 0,037).
Deze studie impliceert dat het conventionele concept van postoperatieve gedeeltelijke gewichtsbelasting beginnend bij 200 N en een stapsgewijze verhoging van het belastingsniveau tot volledige gewichtsbelasting niet geldig is in de klinische praktijk.