11 juli 2011 — Een speciaal type positronemissietomografiescan (PET) kan helpen bij het opsporen van de plaques in de hersenen die in verband worden gebracht met de ziekte van Alzheimer, zo blijkt uit twee nieuwe studies.
De studies zijn gepubliceerd in de Archives of Neurology.
De speciale PET-scans maken gebruik van radioactieve tracers om de amyloïde eiwitplaques in de hersenen, die een kenmerk zijn van de ziekte van Alzheimer, zichtbaar te maken. Hierdoor kunnen artsen mogelijk eerder de diagnose Alzheimer stellen, zelfs voordat er symptomen optreden. Maar veel mensen met amyloïde plaques in hun hersenen hebben geen Alzheimer.
Een progressieve hersenziekte die leidt tot een afname van het geheugen en andere cognitieve vaardigheden, de ziekte van Alzheimer is de meest voorkomende vorm van dementie. Volgens de Alzheimer’s Association hebben in 2011 5,4 miljoen Amerikanen de ziekte van Alzheimer, een cijfer dat één op de acht Amerikanen ouder dan 65 omvat.
Eén studie toont aan dat PET-beeldvorming met florbetapir F 18 als tracer onderscheid kon maken tussen 68 mensen met vermoedelijke ziekte van Alzheimer, 60 mensen die tekenen vertoonden van milde cognitieve stoornissen, en 82 gezonde oudere mensen zonder tekenen van cognitieve ongeduldigheid.
De andere studie keek naar PET-scans met fluor 18-gelabelde flutemetamol-tracer bij zeven mensen met normale druk hydrocephalus, een progressieve aandoening die dementie veroorzaakt en vaak de ziekte van Alzheimer nabootst. Deze studiedeelnemers hadden biopsies van hersenweefsel ondergaan tijdens een procedure om normale druk hydrocephalus te behandelen. De biopsieresultaten correleerden met die welke werden gezien via PET-scans.