Vergrote afbeelding | Uitleggende notitie | |
Verondersteld portret van Abram Petrovitsj Gannibal (1696-1781), waarvan nu bekend is dat het ten onrechte is toegeschreven British Library Ac.9088b, p.12 Copyright © The British Library Board |
Copyright © The British Library Board | |
Uitvergrote afbeelding | Grote afbeelding | |
Sergei Lvovitsj Poesjkin (1767-1848) |
Nadezjda Osipovna Poesjkina, bekend als ‘la belle Creole’ (1775-1836) British Library Ac.9088b, p.18 Copyright © The British Library Board |
Volgens zijn schoonzoon en eerste biograaf, was Abram (of Ibrahim) de zoon van een heerser in Afrika: mogelijk Tsjaad, mogelijk Abessinië. Op jonge leeftijd werd hij ofwel ontvoerd ofwel naar het hof van de Turkse sultan in Constantinopel gestuurd. Gekocht van de Sultan, kwam Abram in Rusland aan en werd gedoopt met Tsaar Peter als zijn peetvader. Peter bezocht Frankrijk in 1717, en op hetzelfde moment werd Abram daarheen gestuurd om te studeren. Hij keerde terug met de conventionele vaardigheden van een officier van de artillerie, maar hij had ook een nieuwe achternaam gekregen, Hannibal (in het Russisch, Gannibal), en de naam had veelbetekenende echo’s van republikeinse opstandigheid. Hij was een gerespecteerd militair ingenieur, werd bevorderd onder opeenvolgende heersers en leefde voort tot aan de regering van Catharina de Grote. Er is geen betrouwbare gelijkenis van Gannibal. Hugh Barnes heeft in zijn boek Gannibal: The Moor of Petersburg (2005) aangetoond dat dit portret, waarvan lang werd gedacht dat het van Gannibal was, niet van hem kan zijn.
Gannibals derde zoon (van 11) uit zijn tweede huwelijk Osip Abramovitsj trouwde met Marya Alexeevna Poesjkin, en hun dochter was Poesjkins moeder Nadezhda. Poesjkins vader Sergej Lvovitsj Poesjkin stamde uit een familie van Bojaren (edelen) waarvan het fortuin onder Peter de Grote was gedaald. Sergej Lvovitsj erfde de familiebezittingen, en had de reputatie van lui, lichtzinnig en gierig te zijn. Hij sprak ook vloeiend Frans en had een grote bibliotheek van Franse literatuur en filosofie, die beide Poesjkin een stevige basis boden voor zijn latere opvoeding. Poesjkins moeder had het familiebezit geërfd van haar vader Osip, maar die had het zo zwaar met schulden bezwaard dat tijdens haar leven de inkomsten opgingen aan de aflossing ervan. Ze was mooi en elegant, maar Poesjkin stond niet dichter bij haar dan hij bij zijn vader stond.
Gastcurated voor de British Library door Mike Phillips
Volgende – Childhood and Schooldays’
Introduction | |
Alexander Pushkin | |
Alexandre Dumas | |
George Polgreen Bridgetower | |
Samuel Coleridge-Taylor | |
John Archer |