Polsgewrichtvervangende chirurgie, ook wel totale polsartroplastiek genoemd, houdt in dat een ernstig artritisch polsgewricht wordt vervangen door een kunstgewricht dat bestaat uit metalen en kunststof onderdelen. Het verlicht de pijn en herstelt de functie wanneer conservatieve behandeling geen verlichting biedt.
Ziekteoverzicht en symptomen
De pols is een complex gewricht dat bestaat uit 8 handwortelbeentjes die in twee rijen zijn opgesteld, waarbij in elke rij vier botjes aanwezig zijn. De handwortelbeentjes zijn verder verbonden met 5 middenhandsbeentjes die de handpalm vormen. Elk botje vormt een gewricht met het bot ernaast. Het polsgewricht bestaat dus uit vele kleine gewrichten. De twee botten van de onderarm, spaakbeen en ellepijp, vormen ook een gewricht met de eerste rij carpalen.
De uiteinden van al deze botten zijn bedekt met een wit, glanzend materiaal dat gewrichtskraakbeen wordt genoemd. Gewrichtskraakbeen is glad en heeft een rubberachtige consistentie. Het zorgt ervoor dat de botten in een gewricht soepel tegen elkaar kunnen bewegen. Verwondingen, infecties en ziekten zoals osteoartritis en reumatoïde artritis kunnen het gewrichtskraakbeen beschadigen of doen slijten. Hierdoor kunnen de polsbeenderen tegen elkaar wrijven en pijn, stijfheid en zwelling van de pols veroorzaken.
Diagnose
Uw arts stelt de diagnose artritis van het polsgewricht na het doornemen van uw medische voorgeschiedenis, het uitvoeren van een lichamelijk onderzoek, en het verkrijgen van röntgenfoto’s. Bovendien, kunnen de bloedonderzoeken ook worden bevolen om de aanwezigheid van reumatoïde artritis te bevestigen.
Conservatieve behandeling
De vroege behandeling is niet-chirurgisch en omvat:
- Het vermijden van activiteiten die de symptomen kunnen verergeren,
- Immobilisatie van de aangedane pols in een spalk,
- Het gebruik van NSAID’s (Non-Steroidal Anti-Inflammatory Drugs),
- Steroïde injecties in het polsgewricht en
- Het uitvoeren van specifieke polsoefeningen.
chirurgische ingreep
Als niet-chirurgische behandelingen niet effectief zijn in het verlichten van de symptomen, kan een operatie ter vervanging van de pols worden overwogen.
De operatie wordt uitgevoerd onder algehele of regionale anesthesie.
- Er wordt een incisie gemaakt over de achterkant van de pols.
- De pezen worden weggeschoven om het polsgewricht bloot te leggen.
- Voorzichtigheid wordt betracht bij het verplaatsen van de zenuwen om zenuwbeschadiging te voorkomen.
- De beschadigde gewrichtsvlakken van de armbeenderen worden verwijderd met een chirurgische zaag.
- De eerste rij handwortelbeentjes kan ook worden verwijderd.
- Het spaakbeen wordt uitgehold en een radiale component van de prothese wordt erin vastgezet met botcement.
- Afhankelijk van het ontwerp van de prothese wordt de handwortelcomponent in de resterende rij handwortelbeentjes of in het derde middenhandsbeentje van de hand geplaatst.
- De handwortelbeentjes kunnen ook aan elkaar worden gekoppeld of vergroeid om de handwortelcomponent beter te fixeren.
- Een plastic spacer wordt dan tussen de metalen componenten aangebracht.
- Met de nieuwe prothese op zijn plaats wordt het polsgewricht in zijn bewegingsbereik getest, en wordt het met een steriele zoutoplossing geïrrigeerd.
- Het gewrichtskapsel wordt dan aan elkaar gehecht.
- De spieren en pezen worden hersteld, en weer op hun plaats gelegd.
- De incisie wordt gesloten en de pols wordt ingezwachteld met een steriel verband.
- Tot slot wordt een gipsverband aangelegd.
Na de operatie
Uw arm zal de eerste paar weken na de operatie in het gips zitten en u zult medicijnen voorgeschreven krijgen om eventuele pijn te bestrijden. Door de pols tijdens het slapen of zitten op een kussen boven harthoogte te leggen, kunt u de zwelling en het ongemak verminderen. Zodra het gips is verwijderd, wordt nog een paar weken een spalk geplaatst. Fysiotherapie zal ook worden geadviseerd om de beweging in het polsgewricht te herstellen.
Risico’s en complicaties
Hoewel een polsvervangende operatie als veilig wordt beschouwd, zijn er bepaalde risico’s en complicaties verbonden aan elk type chirurgische ingreep. Enkele van de risico’s en complicaties zijn infectie, breuk van het polsbeen, ontwrichting van de pols, beschadiging van de zenuwen of bloedvaten, bloedstolsels (diep-veneuze trombose), losraken van de implantaten, slijtage van het implantaat, en het niet verlichten van de pijn.
Conclusie
Polsvervangende chirurgie biedt pijnverlichting voor patiënten met ernstige artritis van de pols. Het herstelt ook de beweging van de pols in de maximale mate, waardoor het mogelijk wordt om alledaagse activiteiten te doen. Een polsvervanging gaat meestal zo’n 10 tot 15 jaar mee. Bepaalde activiteiten die het nieuwe gewricht extra kunnen belasten of die kunnen leiden tot een val op uitgestrekte handen, moeten na een polsvervanging worden vermeden.