Deze studie maakt gebruik van skeletten uit een Britse middeleeuwse vindplaats om het verband te onderzoeken tussen het voorkomen van Harris-lijnen en de lengte van het pijpbeen, de dikte van het corticale bot en hypoplasieën van het tandglazuur. Volwassen en jonge skeletten worden afzonderlijk geanalyseerd. Voor de juvenielen werd een significant verband gevonden tussen de aan- en afwezigheid van Harrislijnen en de dikte van het corticaal bot (gemeten met de corticale index) en tussen het voorkomen van Harrislijnen en tandglazuurhypoplasie. Er is geen significant verband tussen Harris-lijnen en de lengte van het pijpbeen. Voor de volwassenen werd geen significant verband gevonden tussen Harris-lijnen en een van de andere drie parameters. De resultaten worden geïnterpreteerd in termen van de aard van de stress episodes die aanleiding gaven tot de Harris lijnen in de onderzochte groep en de effecten van resorptie van lijnen door bot remodellering. Deze studie versterkt een eerdere conclusie dat het combineren van het Harris-lijnonderzoek met andere aspecten van botgroei het mogelijk kan maken de aard van de stress episodes die aanleiding geven tot de lijnen beter te bepalen. Het verdient de voorkeur om bij het onderzoek naar verbanden tussen Harris-lijnen en andere stress-indicatoren, jongeren te bestuderen in plaats van volwassenen.