Over het algemeen worden in een ionenbron negatieve ionen gecreëerd (atomen worden geïoniseerd). In gelukkige gevallen kan hierdoor reeds een ongewenste isobaar worden onderdrukt, die geen negatieve ionen vormt (zoals 14N in het geval van 14C-metingen). De vooraf versnelde ionen worden gewoonlijk gescheiden door een eerste massaspectrometer van het type sector-veld en gaan een elektrostatische “tandemversneller” binnen. Dit is een grote nucleaire deeltjesversneller gebaseerd op het principe van een Tandem van de Graaff-versneller die werkt bij 0,2 tot vele miljoenen volts met twee trappen die in tandem werken om de deeltjes te versnellen. Op het verbindingspunt tussen de twee fasen veranderen de ionen van lading van negatief naar positief door door een dunne laag materie te gaan (“stripping”, ofwel gas of een dunne koolstoffolie). Moleculen zullen in deze strippingfase uit elkaar vallen. De volledige onderdrukking van moleculaire isobaren (b.v. 13CH- in het geval van 14C-metingen) is een van de redenen voor de uitzonderlijke abundantiegevoeligheid van AMS. Bovendien worden door de inslag verscheidene elektronen van het ion weggeslingerd, waardoor het in een positief geladen ion verandert. In de tweede helft van de versneller wordt het nu positief geladen ion versneld weg van het zeer positieve centrum van de elektrostatische versneller dat eerder het negatieve ion aantrok. Wanneer de ionen de versneller verlaten, zijn zij positief geladen en bewegen zij zich voort met enkele procenten van de lichtsnelheid. In een tweede fase van de massaspectrometer worden de fragmenten van de moleculen gescheiden van de ionen van belang. Deze spectrometer kan bestaan uit magnetische of elektrische sectoren, en zogenaamde snelheidselectoren, die zowel elektrische velden als magnetische velden gebruiken. Na deze fase blijft er geen achtergrond meer over, tenzij er een stabiele (atomaire) isobaar bestaat die negatieve ionen vormt (b.v. 36S indien 36Cl wordt gemeten), die door de tot dusver beschreven opstelling in het geheel niet wordt onderdrukt. Dankzij de hoge energie van de ionen kunnen deze worden gescheiden met aan de kernfysica ontleende methoden, zoals degraderingsfolies en met gas gevulde magneten. De individuele ionen worden tenslotte gedetecteerd door enkel-ionen-telling (met silicium oppervlakte-barrière detectoren, ionisatiekamers, en/of time-of-flight telescopen). Dankzij de hoge energie van de ionen kunnen met deze detectoren achtergrondisobaren extra worden geïdentificeerd door bepaling van de kernlading.
GeneralisatiesEdit
Het bovenstaande is slechts één voorbeeld. Er zijn andere manieren waarop AMS wordt bereikt; ze zijn echter allemaal gebaseerd op verbetering van de massaselectiviteit en -specificiteit door het creëren van hoge kinetische energieën vóór de vernietiging van moleculen door stripping, gevolgd door het tellen van enkel-ionen.