Op de zesde dag van Kwanzaa, gevierd op maandag 31 december, eren waarnemers het zesde principe, Kuumba (creativiteit).
Kuumba is de verbintenis om creatief te zijn binnen de context van de nationale gemeenschapsroeping om ons volk te herstellen tot zijn traditionele grootsheid en zo onze gemeenschap heilzamer en mooier achter te laten dan we haar geërfd hebben. Het principe heeft zowel een sociale als een spirituele dimensie en is diep geworteld in de sociale en heilige leringen van Afrikaanse samenlevingen.
In het oude Egypte was creativiteit zowel een oorspronkelijke daad of imitatie van de Schepper als een herstellende daad die ook een weerspiegeling was van de Schepper die voortdurend de stromen van chaos en verval terugdreef, en de natuurlijke, spirituele en kosmische energie van de wereld nieuw leven inblies en herstelde. Dit was een spirituele en ethische verplichting om de grote werken, de erfenis van de voorouders en de creatieve energie van de leider en de natie voortdurend te vernieuwen en te herstellen.
Het werd beschouwd als het doen van Maat, d.w.z. het herbevestigen en herstellen van waarheid, gerechtigheid en rechtschapenheid, harmonie, evenwicht, orde, juistheid, enz. Elke farao zag zijn of haar heerschappij dan ook als een van het herstel van Maat, d.w.z. de herbevestiging, heroprichting en vernieuwing van het goede, het schone en het juiste.
Kuumba: “Om altijd zoveel te doen als we kunnen op de manier waarop we kunnen om onze gemeenschap mooier en heilzamer achter te laten dan toen we haar erfden.”