Voedsel is wat mensen en dieren eten om te leven. Voedsel is meestal afkomstig van dieren en planten. Het wordt door levende wezens gegeten om energie en voeding te leveren. Voedsel bevat de voedingsstoffen die mensen en dieren nodig hebben om gezond te zijn. De consumptie van voedsel is normaal gesproken plezierig voor de mens. Het bevat eiwitten, vetten, koolhydraten, vitaminen, water en mineralen. Vloeistoffen die voor energie en voeding worden gebruikt, worden vaak “dranken” genoemd. Als iemand zich geen voedsel kan veroorloven lijdt hij honger.
Help dit artikel te verbeteren door betrouwbare bronnen toe te voegen. Materiaal zonder bronvermelding kan worden aangevochten of verwijderd.
Vind bronnen: “Voedsel” – nieuws – kranten – boeken – scholar – JSTOR (augustus 2014) (Leer hoe en wanneer u dit sjabloonbericht verwijdert)
Voedsel voor mensen wordt meestal gemaakt door landbouw of tuinieren. Het omvat dierlijke en plantaardige bronnen. Sommige mensen weigeren voedsel van dierlijke oorsprong te eten, zoals vlees, eieren en producten met melk erin. Geen vlees eten wordt vegetarisme genoemd. Het niet eten of gebruiken van dierlijke producten wordt veganisme genoemd.
Basisvoedingsmiddelen die door mensen worden geconsumeerd | ||
Plantaardige bron | Dierlijke bron | |
|
koeken producten |
Voedsel dat door boeren of tuinders wordt geproduceerd, kan door industriële processen (de voedingsindustrie) worden veranderd. Bewerkt voedsel bevat meestal verschillende natuurlijke ingrediënten en levensmiddelenadditieven (zoals conserveringsmiddelen, antioxidanten, emulgatoren, smaakversterkers). Brood is bijvoorbeeld bewerkt voedsel.
Het bewerken van voedsel thuis gebeurt in de keuken, door de kok. De kok gebruikt soms een kookboek. Voorbeelden van kookgerei zijn snelkookpannen, potten en braadpannen.
Voedsel kan ook worden bereid en geserveerd in restaurants of eetzalen (met name voor kinderen op school).
Het gebruikte keukengerei kan een bord, mes, vork, eetstokjes, lepel, kom of spork zijn.
Veel mensen verbouwen hun eigen voedsel niet. Ze moeten voedsel kopen dat door iemand anders is verbouwd. Mensen kopen het meeste van hun voedsel in winkels of op markten. Maar sommige mensen verbouwen nog steeds hun meeste of al hun voedsel zelf.
Mensen kunnen voedsel kopen en mee naar huis nemen om het te koken. Ze kunnen ook kant-en-klaar eten kopen bij een straatverkoper of in een restaurant.