Ondanks haar wassende en afnemende bewegingen lijkt de maan altijd aanwezig, een vertrouwde bol die vanuit de nachtelijke hemel op de aarde schijnt. Maar wat als je op een avond niet naar de maan zou kijken, maar een ring zou zien, zoals de ringen rond Saturnus?
Wetenschappers denken dat de aarde ooit een ring heeft gehad, maar dat was enkele miljarden jaren geleden. Zij denken dat de ring al vroeg bij de vorming van de maan verscheen. Volgens de algemeen aanvaarde hypothese van de reusachtige inslag veroorzaakte een planeet genaamd Theia in een ver verleden een botsing met de aarde. Deze botsing veroorzaakte een explosie van materie die in de baan van de Aarde schoot. Die materie vormde een ring die uiteindelijk samensmolt tot de maan die we vandaag zien.
Advertentie
Als deze ring van puin binnen de Roche-limiet had bestaan, had de aarde misschien nog steeds een ring in plaats van een maan gehad. De Roche-limiet is een term die is vernoemd naar de Franse wiskundige Edouard Roche, die in 1848 uitvogelde dat de zwaartekracht van een planeet op een maan ongelijk is — een planeet oefent een grotere zwaartekracht uit op de kant van de maan die het dichtst bij de planeet is en een kleinere zwaartekracht op de kant die van de planeet is afgekeerd. Dit betekent dat als een maan, ring of ander voorwerp een baan heeft die te dicht bij een planeet ligt, de ongelijke zwaartekracht het kan verscheuren. In wezen is de Roche-limiet de minimale afstand die een object van een planeet kan afleggen en nog door zijn eigen zwaartekracht bijeen kan worden gehouden.
Als de oorspronkelijke ring van de aarde er nog zou zijn, of als zich door een andere botsing nieuwe ringen in de baan van de aarde zouden hebben gevormd, zou het zicht op deze ringen vanaf de aarde variëren. Het zou allemaal afhangen van je breedtegraad en de richting waarin je kijkt. De ringen zouden zich waarschijnlijk parallel aan de evenaar van de aarde vormen en aan de hemel te zien zijn vanuit een oost-westelijke richting. In de buurt van de evenaar zouden de ringen lijken op dunne plakjes licht die van verre horizonten van de aarde uitbraken en zich uitstrekten in de hemel zo ver als het oog kon zien.
Hoe verder je van de evenaar verwijderd was, hoe meer het uiterlijk van de ringen zou veranderen. De ringen zouden duidelijk breder en zichtbaarder worden en zouden, vanaf sommige uitkijkpunten, zo dicht bij de horizon lijken dat je ze zou kunnen aanraken.
Net zoals de maan nu doet, zouden de ringen ’s nachts zonlicht naar de aarde terugkaatsen en aan de nachtelijke hemel lijken te gloeien. De ringen zouden waarschijnlijk zoveel zonlicht weerkaatsen dat de planeet nooit volledig in duisternis zou verzinken, maar in een zachte schemering zou blijven, zelfs midden in de nacht. Overdag zouden de ringen het lichtniveau op aarde omhoog kunnen doen schieten. En denk eens aan alle nieuwe gezegden die we zouden moeten verzinnen. We zouden niet meer op de maan schieten, maar op onze ringen.
Advertentie