Vraag: “Wat schiep God op de vijfde scheppingsdag?”
Antwoord: Op de vijfde scheppingsdag schiep God waterdieren en vliegende schepselen (Genesis 1:20-23). Deze dieren werden geschapen om te leven in de ruimten die God op dag twee en drie voor hen had voorbereid. Op dag twee had de Heer de hemel geschapen (Genesis 1:8), en op dag drie had Hij de wateren samengevoegd om de zeeën te vormen (Genesis 1:10). Alles was voorbereid op wat Hij voor dag vijf had gepland.
Aquatische dieren. God schiep alle dingen die in het water leven op dag vijf. De Schrift zegt: “Zo schiep God de grote schepselen der zee en al wat leeft, waarmede het water krioelt en dat zich daarin beweegt, naar hun soort” (Genesis 1:21). Let wel, in deze periode van 24 uur schiep God verschillende waterdieren “naar hun soort”, waaronder de grote walvissen, verschillende soorten vissen, haaien, weekdieren, en zelfs de kleinste organismen, zoals plankton. Hij wilde dat deze dieren overvloedig en vruchtbaar zouden zijn (verzen 22-23). Het bevel van de Heer om de wateren te laten “krioelen” (NIV) of “zwermen” (ESV) van waterdieren (vers 20) veroorzaakte dat de schepselen in de zee zich “vermenigvuldigden” en “overvloedig waren” (Strong’s Concordance, 8317).
De Heer schiep talloze schepselen om de oceaan te bewonen. Vandaag de dag worden er nog steeds nieuwe soorten zeedieren gevonden, er zijn veel zeedieren die nog onontdekt zijn. Volgens de National Ocean Service “schatten wetenschappers dat 91 procent van de oceaansoorten nog geclassificeerd moet worden, en dat meer dan tachtig procent van onze oceaan niet in kaart is gebracht, niet is waargenomen en niet is verkend” (https://oceanservice.noaa.gov/facts/ocean-species.html, geraadpleegd op 11/2/20).
Vliegende schepselen. Naast de waterdieren schiep God op de vijfde scheppingsdag ook de vliegende schepselen (Genesis 1:20). De meeste bijbelversies vertalen het woord voor deze dieren consequent als “vogels”, maar het Hebreeuwse woord omvat ook andere vliegende schepselen. Niet alleen werden op de vijfde dag gevleugelde vogels geschapen, maar ook andere vliegende schepselen, waaronder vleermuizen en vliegende dinosaurussen.
Toonend van grote macht, vaardigheid en creativiteit, maakte God alle schepselen die in de zee leven en in de lucht vliegen. Hij zegende deze schepselen en gebood hen “weest vruchtbaar en vermenigvuldigt u en vervult de wateren der zeeën en laat de vliegende schepselen zich vermenigvuldigen op de aarde” (Genesis 1:22, NHEB). Waterdieren en vliegende dieren in al hun verscheidenheid verheerlijken de Heer en geven voortdurend getuigenis van God als Schepper, Degene die onze lof verdient (Psalm 148:7, 10).