Zowel snorkelaars als duikers zien vaak zee-egels op de Hawaiiaanse eilanden. Deze stekelhuidigen, die nauw verwant zijn aan de zeesterren en zeekomkommers, worden gekenmerkt door een bolvormig of afgeplat skelet, een test, met honderden beweegbare stekels, buisvoeten en kleine tangachtige organen, pedicellariae genaamd.
De stekels op zee-egels variëren per soort: sommige hebben scherpe lange stekels en andere hebben massieve stompe stekels. De stekels dienen als bescherming tegen verschillende roofdieren. Sommige soorten hebben giftige stekels. De langgestekelde zee-egel of wana is een van de giftige soorten en kan een pijnlijke steek uitsteken. De pijn verdwijnt meestal binnen enkele uren, maar de stekels blijven lange tijd in het lichaam aanwezig, waardoor ze uiteindelijk door het lichaam worden opgenomen zonder dat er gevaar dreigt. De buisvoeten steken door de poriën en worden gebruikt om zich vast te klampen en zich langs oppervlakken te verplaatsen.
De voortplanting gebeurt door middel van kuitschieten waarbij mannelijke en vrouwelijke zee-egels gelijktijdig eitjes en sperma zullen vrijlaten. Uit de bevruchte eieren komen dan larven die in het planktonstadium drijven en zich later als bodembewoners vestigen. Zee-egels grazen over het algemeen van algen, waarbij hun mond zich aan de onderzijde bevindt.
*Door de voortdurende rotatie van dieren terug naar de oceaan, kan de aanwezigheid van een specifiek dier niet worden gegarandeerd.